woensdag 21 januari 2009

Interview met Elbow in Hifidelity #2

Met het winnen van de prestigieuze Mercury Music Prize dankzij de ‘plaat van het jaar’ The Seldom Seen Kid schaarde Elbow zich dit najaar in het illustere rijtje Portishead, Suede, Arctic Monkeys, Franz Ferdinand en Antony and the Johnsons.
Hoewel de groep uit Manchester al zeventien jaar bestaat, is Elbow nu plotseling hot en verkoopt overal de zalen uit. Onbetwist middelpunt van de groep, onterecht ‘de nieuwe Coldplay’ genoemd, is zanger Guy Garvey. Maar eigenwijs als we zijn dronken wij in het kader van De Muziekbeleving van... een pint met Mark (34) en Craig Potter (32), respectievelijk gitarist en toetsenist van Elbow. Twee vliegen in één klap, want de broertjes groeiden samen op in Bury, ten noorden van Manchester.

zie de papieren versie van Hifidelity.

Benefiet voor Gaza in 013

lees verderrrr

woensdag 7 januari 2009

Stranglers: stoer & sleazy










(www.bndestem.nl)

The Stranglers nog even stoer en sleazy als weleer

Ooit pisten ze - letterlijk - op hun publiek, brachten de Hitlergroet op het podium (al dan niet in het gezelschap van halfnaakte vrouwen) en werden ze beschuldigd van seksisme en racisme. Zo’n drie decennia geleden waren The Stranglers, kortom, punk. Om van de dope nog maar te zwijgen. Maar de punk werd door deze Britten net zo makkelijk weer afgezworen ten faveure van melancholieke popsongs. Raar bandje dus, maar wel een belangrijk bandje met een heel pak hits. Gisteren klonken ze in de Bredase Mezz. Een eenmalig optreden in Nederland, fans kwamen er zelfs voor uit Groningen. Drie originele leden zijn er over: toetsenist Dave Greenfield (1949), bassist Jean Jacques Burnel (1952) en drummer Jet Black (1938). Oud-boegbeeld en zanger Hugh Cornwell doet al jaren niet meer mee, en is vervangen door jonkie Baz Warne (1964). The Stranglers zonder Cornwell, dat klinkt op papier als The Pogues zonder Shane MacGowan, The Clash zonder Joe Strummer en The Sex Pistols zonder Johnny Rotten. En ook op plaat trouwens, getuige de lauwe punkpop op het recente Stranglers-album Suite XVI. Hoe pakt dit op het podium uit, tijdens deze European Hits Tour? Laten we beginnen met de drummer: de 70(!) jarige Black bleek op het laatste moment vervangen door zijn jonge roadie Ian Barnard, die zo strak als een trommelvel stond. Greenfield tript nog even woest op zijn ‘Doors’-orgeltje en bassist/zanger Burnel, ogenschijnlijk zo fris als een hoentje, ontpopt zich, dankzij een muur van basversterkers, als de nieuwe leider van de band. The Stranglers-sound drijft meer dan ooit op zijn agressief pompende bas, uit duizenden herkenbaar. Dan zanger Warne. Op de bühne een veel minder irritant rockzanger dan op plaat, zo blijkt, die in hoekige, ‘sleazy’ punkhits als Nice ’N Sleazy, Something Better Change, en Peaches (volgens kenners met de beste baslijn allertijden) oud-zanger Cornwell even doet vergeten. Maar in schitterende pophits waarin oorspronkelijk écht gezongen werd zoals Skin Deep, No Mercy, Always The Sun en de grootste wereldhit Golden Brown (een lief liedje over heroïnegebruik op klavecimbelklanken), toont hij zich slechts een schim van Cornwell. No More Heroes (1977) klonk in de toegift, een tijdloos punkvolkslied. Maar The Stranglers zijn - als we een paar nieuwe nummers door de vingers zien - nog steeds stoere helden, die weinig aan glorie hebben verloren. En terugkomen, dat mogen ze zeker nog een keer van het Bredase publiek. Maar dan liefst mét Hugh Cornwell, die op dit moment eveneens - maar dan in achterzaaltjes en solo - de Greatest Stranglers-hits vertolkt.