maandag 27 juni 2011

Dag van de Architectuur Breda

lees verslag BN DeStem

donderdag 23 juni 2011

Festival Boulevard special

lees bijlage Brabants Dagblad

dinsdag 21 juni 2011

Lust van Danshuis Station Zuid

recensie Brabants dagblad







Bronstige lijven, schuldige blikken

‘Lust’ biedt vier bijzondere dansverhalen uit het aardse schijnparadijs van Jeroen Bosch.

door Dieter van den Bergh

Drie zwetende, bronstige vrouwenlijven. Slechts gekleed in kapot gescheurde T-shirts, de lippenstift uitgelopen over de wangen, zelfs over de benen. Ze bewegen machinaal op apocalyptische soundscapes. Met horten en stoten geven ze zich over aan de zonde: de lust. De blikken de ene keer zwoel en geil, dan weer angstig en schuldig. Het zijn beklemmende beelden vanaf het kruispunt van aarde, hemel en hel uit een choreografie van Jesus de Vega. Het stuk maakt deel uit van het vierluik ‘Lust’ van het Tilburgse Danshuis Station Zuid, dat afgelopen weekend in het fraaie Mobiele Danshuis - onder grote belangstelling - in première ging op Festival Mundial, co-producent van de voorstelling.
Vier internationale choreografen lieten zich steeds met drie eveneens internationale dansers inspireren door het wereldberoemde laatmiddeleeuwse drieluik ‘Tuin der Lusten’ van de Bossche schilder Jeroen Bosch: De Vega uit Spanje, Taïgué Ahmed uit Tsjaad en Einat Tuchman en Itamar Serussi uit Israël.
‘Tuin der Lusten’ is op velerlei wijze interpreteerbaar. Het schilderij levert dan ook vier uiteenlopende dansverhalen op. De deels (multinationaal) gesproken en gezongen voorstelling van Tuchman begint licht onbehaaglijk, dicht op de huid: de dansers kijken aapjes in het publiek en keuren de toeschouwers: ‘wat een leuk kapsel heb je’, ‘je ouders zullen wel trots zijn op je jukbeenderen’. Langzaam slaan hun sierlijke bewegingen en tongen op hol en transformeren de dansers in barbaarse dierlijke wezens, soms ineen verstrengeld. Na de vervreemdende finale - een technobrij van geluid - wordt er gezongen, samen met het publiek: ‘We are golden/Caught in the devil’s bargain/And we’ve got to get ourselves/back to the garden’.
De Afrikaanse ex-vluchteling Ahmed, speciaal uitgenodigd door Mundial, laat zijn dansers bepakt met takjes en blaadjes opdraven in een kleurrijk, mystiek decor met elementen uit de Tuin, zoals een reusachtig ei en een cocon.
Meest swingende en krachtige choreografie biedt Serussi, die zelfs uitnodigt tot meebewegen. Bosch raakt wat op de achtergrond, het gaat hier vooral om pure dans om de dans. Op een steeds opzwepender wordende dancemix zoeken twee vrouwen en een man in zwempakken toenadering. Een orgastische dansclimax volgt, en een kort moment van synchrone bezinning. De snelle voorstelling biedt een ultieme symbiose van krachtige dans en muziek, gecomponeerd door Richard van Kruysdijk, die bij dit boeiende vierluik een ijzersterke soundtrack componeerde.

Gezien: ‘Lust’ van Danshuis Station Zuid, Festival Mundial, 18 en 19 juni. Nog te zien o.a. 24 juni Vondelpark Amsterdam, 11-14 augustus Boulevard Den Bosch, 28-30 augustus Middelburg.

maandag 20 juni 2011

vrijdag 3 juni 2011

Wervelwind Jandino Asporaat


lees interview UITgids BN DeStem


Caribische wervelwind

De energieke stand-up comedian Jandino Asporaat (Willemstad Curaçao, 1981) lijkt soms op een Antilliaanse versie van opgewonden standjes als Bart Chabot en Pierre Wind. Met één verschil: Jandino is scherp en grappig. “Als ik geen tijd heb om na te denken, presteer ik het best.”

door Dieter van den Bergh

“Ik werkte in Rotterdam als schilder in de bouw en speelde amateurtoneel. Ik had helemaal niets met Nederlands cabaret, ben opgegroeid met zwarte komedie uit Amerika, zoals Eddie Murphy. Iemand zei: jij bent grappig, je moet met Cameretten mee doen. Drie maanden voor Cameretten ben ik me pas met cabaret bezig gaan houden. Voor ik er erg in had stond ik in de finale voor een uitverkocht Luxor-theater. Zo simpel is het dus blijkbaar.”
Het verhaal van de vliegende start van Jandino Asporaat in een notendop. De Rotterdams/Antilliaanse comedian, die op zijn elfde naar Nederland kwam, werd in 2005 tweede op Cameretten en won de persoonlijkheidsprijs, waarna het balletje snel ging rollen. Sinds 2007 is hij lid van Comedytrain, hij vormt met collega’s Roué Verveer, Howard Komproe en Murth Mossel het Caribbean Combo en is veel te zien op tv, onder meer met het succesvolle Comedy at Work.
Met zijn derde soloprogramma Laat ze maar komen staat Asporaat op 4 juni in het Chassé in Breda.

Laat ze maar komen, wie?
“Ik moest lang geleden al een titel verzinnen. Met deze zat ik altijd goed, want breed invulbaar Laat ze maar komen: de Antillianen, de Polen, het publiek, de succesnummers.”

Niet ‘de kinderen’? Je bent pas vader geworden…
“Nee, één is voorlopig genoeg.”

Het vaderschap staat centraal in je voorstelling.
“Eerst ging het over vader worden. Zei ik: ‘dames en heren, ik word vader, wat moet ik doen, ik heb geen flauw idee’. Nu is het ‘dames en heren, ik ben vader, wat moet ik doen, ik heb geen flauw idee’. Ik vraag het publiek om advies.”

Kun je het vaderschap er nog wel bij hebben, als ‘hardst werkende Antilliaan’?
“Ja hoor. Wil je mijn rooster van vandaag weten? Ik ben om zes uur opgestaan voor de nachtvoeding van mijn zoontje Elijah. Daarna weer gaan slapen tot half tien. Weer voor de baby gezorgd, daarna naar mijn kantoor gegaan om te werken aan een nieuwe tv-show, daarna weer voor Elijah gezorgd, en nu zit ik in de auto naar Lelystad waar ik vanavond optreed.”

Je kickt op die rush.
“Absoluut. Als ik geen tijd heb om na te denken, presteer ik het best. Een kwartier voor de voorstelling ga ik altijd een minuut of tien douchen. Ik heb daarna nog vijf minuten om mijn pak aan te trekken en alles klaar te zetten. Ik vind het heerlijk om in een rush het podium op te lopen. In tegenstelling tot mijn technicus en regisseur, die worden er gek van. Dat mijn show altijd uitloopt vinden ze ook niet leuk. Officieel staat er anderhalf uur voor, maar hij duurt vaak een uur langer omdat ik zo veel met het publiek ouwehoer.”

‘13 Procent van de Antillianen schijnt gevaarlijk te zijn’, zeg je in een sketch, ‘dat betekent dat 87 procent thuiszit, een uitkering ontvangt en helemaal niemand lastig valt’. Goed gevoel voor zelfspot.
“Antillianen houden van zelfspot, maar het is niet typisch Antilliaans. Het komt voort uit een underdogpositie. Toon Hermans kwam uit het zuiden, en had dat ook. Daar hadden ze het ook niet breed en kampten ook met een minderwaardigheidsgevoel. Voor de underdog is zelfspot de beste redding.”

Een dag na Breda sta je in Carré, tijdens een tribute voor de Surinaamse volksheld Wesje, die in april omkwam bij een auto-ongeluk.
“Ik vind het verschrikkelijk wat er met Wesje gebeurd is, hij was de nummer één-comedian van Suriname. Maar ik vind het ook erg tof om als eerste Antilliaan ooit in Carré te staan.”

Je kunt ook aardig zingen, je zong zelfs met Mariah Carey. Hoe zit dat?
“Ze was in Nederland en zocht zangers. Ik heb twee show meegedaan, daarna nooit meer iets van haar gehoord, helaas. Ach, ik kan wel een noot aanhalen, maar vind mezelf geen briljante zanger. Mensen waarderen mijn stem. Als ik een lied zing over mijn kind of over mijn overleden stiefmoeder, dan zie ik mensen huilen in de zaal.”

Deze zomer begin je met je eigen tv-programma, De Dino Show. Wat is het?
“Een late night-achtige comedyshow naar Amerikaans voorbeeld, voortgekomen uit Comedy at Work. Bekende Nederlanders zijn te gast, er zijn sketches, de insteek is humor.”

Jörgen Raymann krijgt er serieuze concurrentie bij.
“Ik zie het niet als concurrentie, en hij ook niet. Ik heb veel voor Jörgen gewerkt, en nu steunt hij mij. Hij komt vanavond nog kijken. Weet je, er zijn zoveel blanke tv-shows in Nederland, daar tegenover staat slechts één neger. Juist op de Hollandse buis moet toch wel ruimte zijn voor twee negers?”

Laat ze maar komen, Jandino Asporaat, zaterdag 4 juni Chassé Theater, 20.30 uur.