lees interview UITgids BN DeStem
Caribische wervelwind
De energieke stand-up comedian Jandino Asporaat (Willemstad Curaçao, 1981) lijkt soms op een Antilliaanse versie van opgewonden standjes als Bart Chabot en Pierre Wind. Met één verschil: Jandino is scherp en grappig. “Als ik geen tijd heb om na te denken, presteer ik het best.”
door Dieter van den Bergh
“Ik werkte in Rotterdam als schilder in de bouw en speelde amateurtoneel. Ik had helemaal niets met Nederlands cabaret, ben opgegroeid met zwarte komedie uit Amerika, zoals Eddie Murphy. Iemand zei: jij bent grappig, je moet met Cameretten mee doen. Drie maanden voor Cameretten ben ik me pas met cabaret bezig gaan houden. Voor ik er erg in had stond ik in de finale voor een uitverkocht Luxor-theater. Zo simpel is het dus blijkbaar.”
Het verhaal van de vliegende start van Jandino Asporaat in een notendop. De Rotterdams/Antilliaanse comedian, die op zijn elfde naar Nederland kwam, werd in 2005 tweede op Cameretten en won de persoonlijkheidsprijs, waarna het balletje snel ging rollen. Sinds 2007 is hij lid van Comedytrain, hij vormt met collega’s Roué Verveer, Howard Komproe en Murth Mossel het Caribbean Combo en is veel te zien op tv, onder meer met het succesvolle Comedy at Work.
Met zijn derde soloprogramma Laat ze maar komen staat Asporaat op 4 juni in het Chassé in Breda.
Laat ze maar komen, wie?
“Ik moest lang geleden al een titel verzinnen. Met deze zat ik altijd goed, want breed invulbaar Laat ze maar komen: de Antillianen, de Polen, het publiek, de succesnummers.”
Niet ‘de kinderen’? Je bent pas vader geworden…
“Nee, één is voorlopig genoeg.”
Het vaderschap staat centraal in je voorstelling.
“Eerst ging het over vader worden. Zei ik: ‘dames en heren, ik word vader, wat moet ik doen, ik heb geen flauw idee’. Nu is het ‘dames en heren, ik ben vader, wat moet ik doen, ik heb geen flauw idee’. Ik vraag het publiek om advies.”
Kun je het vaderschap er nog wel bij hebben, als ‘hardst werkende Antilliaan’?
“Ja hoor. Wil je mijn rooster van vandaag weten? Ik ben om zes uur opgestaan voor de nachtvoeding van mijn zoontje Elijah. Daarna weer gaan slapen tot half tien. Weer voor de baby gezorgd, daarna naar mijn kantoor gegaan om te werken aan een nieuwe tv-show, daarna weer voor Elijah gezorgd, en nu zit ik in de auto naar Lelystad waar ik vanavond optreed.”
Je kickt op die rush.
“Absoluut. Als ik geen tijd heb om na te denken, presteer ik het best. Een kwartier voor de voorstelling ga ik altijd een minuut of tien douchen. Ik heb daarna nog vijf minuten om mijn pak aan te trekken en alles klaar te zetten. Ik vind het heerlijk om in een rush het podium op te lopen. In tegenstelling tot mijn technicus en regisseur, die worden er gek van. Dat mijn show altijd uitloopt vinden ze ook niet leuk. Officieel staat er anderhalf uur voor, maar hij duurt vaak een uur langer omdat ik zo veel met het publiek ouwehoer.”
‘13 Procent van de Antillianen schijnt gevaarlijk te zijn’, zeg je in een sketch, ‘dat betekent dat 87 procent thuiszit, een uitkering ontvangt en helemaal niemand lastig valt’. Goed gevoel voor zelfspot.
“Antillianen houden van zelfspot, maar het is niet typisch Antilliaans. Het komt voort uit een underdogpositie. Toon Hermans kwam uit het zuiden, en had dat ook. Daar hadden ze het ook niet breed en kampten ook met een minderwaardigheidsgevoel. Voor de underdog is zelfspot de beste redding.”
Een dag na Breda sta je in Carré, tijdens een tribute voor de Surinaamse volksheld Wesje, die in april omkwam bij een auto-ongeluk.
“Ik vind het verschrikkelijk wat er met Wesje gebeurd is, hij was de nummer één-comedian van Suriname. Maar ik vind het ook erg tof om als eerste Antilliaan ooit in Carré te staan.”
Je kunt ook aardig zingen, je zong zelfs met Mariah Carey. Hoe zit dat?
“Ze was in Nederland en zocht zangers. Ik heb twee show meegedaan, daarna nooit meer iets van haar gehoord, helaas. Ach, ik kan wel een noot aanhalen, maar vind mezelf geen briljante zanger. Mensen waarderen mijn stem. Als ik een lied zing over mijn kind of over mijn overleden stiefmoeder, dan zie ik mensen huilen in de zaal.”
Deze zomer begin je met je eigen tv-programma, De Dino Show. Wat is het?
“Een late night-achtige comedyshow naar Amerikaans voorbeeld, voortgekomen uit Comedy at Work. Bekende Nederlanders zijn te gast, er zijn sketches, de insteek is humor.”
Jörgen Raymann krijgt er serieuze concurrentie bij.
“Ik zie het niet als concurrentie, en hij ook niet. Ik heb veel voor Jörgen gewerkt, en nu steunt hij mij. Hij komt vanavond nog kijken. Weet je, er zijn zoveel blanke tv-shows in Nederland, daar tegenover staat slechts één neger. Juist op de Hollandse buis moet toch wel ruimte zijn voor twee negers?”
Laat ze maar komen, Jandino Asporaat, zaterdag 4 juni Chassé Theater, 20.30 uur.