maandag 13 oktober 2008

NO Blues: Dutch blend arabicana












Wie moeite heeft met de uitleg van het begrip ‘wereldmuziek’, legt gewoon een plaatje op van het Hollandse NO Blues. Blues is het inderdaad niet, ook geen americana of Arabische muziek, maar een fijnzinnige mix van dit alles: arabicana. Wat begon als eenmalig project, groeide uit tot een voor Nederlandse begrippen ongekend (wereld)muzieksucces. In november verschijnt de derde NO Blues-plaat Lumen.

door Dieter van den Bergh

Gemakkelijk was het niet, die eerste repetitie van NO Blues. Op verzoek van Rob Kramer van productiehuis Oost-Nederland (zie kader) kwamen Ad ‘The Watchman’ van Meurs, doorgewinterd folkblues-artiest uit Eindhoven, klassiek udspeler Haytham Safia, een Palestijn uit Jeruzalem, en rootsbassist Anne-Maarten van Heuvelen bij elkaar, die decemberdag in 2004. “We kenden elkaar niet, hadden geen flauw idee wat er ging gebeuren”, herinnert Van Meurs zich. Vele uren en bloed, zweet en tranen later ontstond er iets dat op muziek leek. “De communicatie verliep stroef. Haytham wilde ons de complexe toonsystemen van de Arabische taqsim bijbrengen. Maar die kunnen wij echt niet spelen. Daar moet je een jaar voor studeren. Bovendien kunnen we niet eens noten lezen.” Er werd een ‘compromis’ gesloten. “We moesten werken met de beperkingen die we hadden. Dus werd het een fingerpicking, folky bluesstijl met Arabische invloeden.”

Koppigheid
Ook Haytham Safia herinnert zich de ‘arguments and fights’ van het begin. “We klampten ons vast aan ons eigen ding. Maar voor hen waren mijn akkoorden niet interessant, en ik had weinig met de blues. Maar toen we uiteindelijk elkaar de ruimte gaven en onze koppigheid lieten varen, ontstond er iets magisch.”
“Als je de eerste opnames terugluistert, weet je niet wat je hoort, zo krakkemikkig”, zegt Van Meurs. “Maar als je goed luistert, hoor je ook de opwinding en voel je de chemie.”
De mélange werd arabicana gedoopt en wekte de interesse van Rounder Records, dat in 2005 Farewell Shalabiye uitbrengt, het debuut van NO Blues, opgenomen onder supervisie van zangeres/producer Ankie Keultjes, Van Meurs’ partner. De plaat slaat onverwacht aan, ook internationaal, en een succesvolle tour volgt. In 2007 wordt Ya Dunya gepresenteerd, met een bijdrage van violiste/zangeres Tracy Bonham, die Arabische muziek studeert. Van beide platen zijn meer dan tienduizend stuks verkocht, een ongekend aantal voor Nederlandse (wereldmuziek)begrippen. Dit najaar verschijnt het derde album, Lumen, met gasten als accordeoniste Sophie Cavez (Dazibao) en dudukspeelster Raphaela Danksagmüler (Atlas Ensemble). Het trio gaat wederom op tournee, vergezeld door de Soedanese percussionist Osama Mileegi, Keultjes en drummer Eric van der Lest.

Succesformule
Haar zelfgebrouwde arabicana is uitgegroeid tot een succesformule, maar is nog verder uit te bouwen, denkt Van Meurs. “We hebben een half jaar bij elkaar gezeten en denken nu definitief een sound gevonden te hebben die helemaal van ons is. De noten zijn nog steeds werelds, de teksten meer songwriterachtig. Het zijn extreem goede liedjes geworden.”
“In het begin waren we vooral charmant en onschuldig,” aldus Safia, “maar naar mate we meer spelen worden we professioneler. Dat hoor je terug op Lumen.” De ‘arguments and fights’, die zijn er overigens soms nog steeds, grijnst Safia, “maar er is gelukkig niemand meer die zegt ‘jij moet dat spelen en jij dat.” Het geheim schuilt volgens de in Amsterdam woonachtige luitspeler juist in het feit dat er zo spontaan met het hart gemusiceerd wordt. “Er is niets geforceerds aan NO Blues.”
Van Meurs beaamt dit. “We zijn deze muziek niet gaan maken omdat we zo graag multiculti of verantwoord bezig willen zijn. Gewoon een kwestie van drie broodmuzikanten op de juiste tijd, juiste plaats.”
Een ander verklaring voor het succes, volgens de Eindhovenaar: NO Blues heeft de tijdsgeest mee. “Deze muziek hangt in de lucht. Er is een hang naar meer coherentie tussen culturen. Bij ons worden mensen bevestigd in dat verlangen: ‘zie je nou wel, oost en west kunnen best samen door één deur’. Het heeft iets troostends, al is dat erg aanmatigend om te zeggen. Maar we voelen dat in het publiek. We brengen een positief geluid, al klinkt dat ook weer veuls te bedacht.”


Rob Kramer, man en verhaal achter NO Blues.

Een bassist uit de hardere hoek, een americana-gitarist met wave-verleden en een traditionele Arabische luitspeler. “Ik geef toe”, zegt Rob Kramer, “de combinatie ligt niet voor de hand, maar speelde al wel een tijdje door mijn hoofd. Ik wilde altijd al iets met verhalende blues doen en dan vooral met Ad, een monument in de Nederlandse muziek, die al jaren stug zijn eigen ding doet.” Kramer ontmoette Haytham Safia tijdens een Scandinavische tour van Galili Dance, een Gronings dansgezelschap waar Safia bij musiceerde. Anne-Maarten van Heuvelen kende hij uit de Deventer scene. Eind 2004 bracht Kramer de muzikanten bij elkaar, zoals hij - als zakelijk en artistiek leider van productiehuis Oost-Nederland (ON) - vaker bijzondere podiumprojecten opzet.
Als producent namens ON bepaalt Kramer mede de ‘inhoudelijke koers’ van NO Blues. “Sommige zeggen ‘moet je dit project niet eens loslaten?’ Nee, mooie dingen moet je met geduld loskweken.” NO Blues is als een ‘veenbrand’, stelt hij. “Soms hoor je een tijdje niets, maar dan blijkt het onder de oppervlakte toch door gesmeuld te hebben.” Bijvoorbeeld in Frankrijk, waar de groep het ‘wonderlijk goed’ doet. Net als overigens in Tsjechië en Polen. “Daar zijn we de hoofdact op festivals.”

NO Blues op tour, o.a: oktober Arsenaaltheater Vlissingen (5), Theater de Maaspoort Venlo (24), november: Leek (8), Maastricht (19), Leeuwarden (20).

Haytham Safia verzorgt met zijn eigen kwartet op 28 nov, 16 jan en 6 mrt drie avonden rond Arabische diva’s in Vredenburg.

gepubliceerd in Mixed Magazine, okt/november 2008