vrijdag 27 maart 2009

Jonathan Richman vooral hilarisch













(Uit BN/De Stem)

Lullige antipop van nerd Jonathan Richman

Gezien: Jonathan Richman, donderdag 26 maart Mezz Breda

door Dieter van den Bergh

Een artiest die een optreden begint met zijn grootste hit in plaats van er mee eindigt; het is meestal een voorbode van een mooie avond. ‘Hebben we die verplichting vast gehad’. Zie Egyptian Reggae (wereldhit in 1977), de verrassende opener gisteravond in de Mezz. Het is dat het huppelende instrumentaaltje uitgevoerd werd door de componist zelf, anders was het de allerberoerdste cover van Egyptian Reggae allertijden geweest . Maar slecht (lees: lullig, naïef) wordt in het geval van de Amerikaanse nerd Jonathan Richman vaak juist weer goed. Richman (1951) reflecteert op popmuziek, maakt antipop, of noem het kunstpop. Gezongen met huilerige valse stem. Iets dat hij eind jaren zeventig al deed, zijn hoogtijdagen, maar toen in een krakkemikkig rock ’n roll-jasje met de Modern Lovers, reeds in 1978 opgeheven, maar goed voor een viertal legendarische platen. Richman werd een cultheld, maar wel eentje die serieus in de vergetelheid raakte, ook al wordt hij door acts als Pixies en Weezer als inspiratie genoemd. De excentrieke, maar charmante Bostonian stond in Breda op de planken met de extreem stoïcijnse drummer Tommy Larkins, die zo een typetje van Michiel Romeyn zou kunnen zijn. De Mezz, die het duo voor een eenmalig Nederlands optreden aandeed tussen Berlijn en Londen door, stond gezellig vol, vooral vanwege jeugdsentimentele motieven. Maar bijna alle Richman-krakers, zoals I’m a Little Aeroplane, My Little Kookenhaken, New England, Ice Cream Man en protopunksong Roadrunner bleven op stal. Daarvoor in de plaats klonk nieuwer werk, waaronder potsierlijke Italiaanse en Spaanse pop, inclusief maffe dansjes, koebelpercussie en andere maniertjes. Zijn streken is Richman duidelijk nog niet verleerd, maar op den duur gaan die toch wat tegenstaan, zeker als de muziek niet meewerkt. Een echo uit het roemruchte verleden is Pablo Picasso (was never called an asshole), nog gecoverd door David Bowie en Iggy Pop. Meer schilderachtige pop: het recentere No One Was Like Vermeer, een muzikaal antwoord op het aloude eerbetoon Vincent van Gogh (The baddest painter since Vermeer).
Jonathan Richman wordt door sommigen beschouwd als de grondlegger van de punk, maar de Amerikaan is veel meer een lo fi-pionier. Zie ook zijn nihilistische antipopconcert van gisteravond, ongetwijfeld een van de meest hilarische Mezz-concerten van het jaar.