donderdag 8 juli 2010

Bioscooppremiere Latcho Drom


recensie in BN De Stem vandaag






Kleurrijk zigeunerepos

Klassieke muziekfilm ‘Latcho Drom’ van ‘zigeunerregisseur’ Tony Gatlif beleeft alsnog première op het witte doek. Muzikaal en visueel spektakel wint het van de romantiek.

door Dieter van den Bergh

Clejani, een stoffig zigeunerdorp op de prairie van Roemeens Wallachië, twaalf jaar geleden. Tussen de kalkoenen op de binnenplaats van zijn azuurblauwe lemen huisje lacht Dumitru Baicu (69), alias ‘Cacurica’, zijn bijna tandeloze gebit bloot. Met overslaande oriëntaalse stem brengt de zanger/cimbalist van dorpsorkest Taraf de Haïdouks een sensueel liefdeslied. Speciaal voor zijn Hollandse gasten. Dan is het tijd voor drank; zelfgestookte pruimenwijn met een alcoholpercentage van zo’n tachtig procent. Muziek mag dan levensbehoefte nummer één zijn, drank is twee, want het versterkt de innerlijke krachten. Cacurica toost; “Proost. Op Jezus.” “En op de tziganes”, voegt hij er na z’n eerste slok aan toe. “Dat het ooit goed zal komen.”
Het armoedige Clejani is een belangrijke etappeplaats in ‘Latcho Drom’, ‘goede reis’. De muzikale documentaire van de Frans/Algerijnse regisseur Tony Gatlif, zelf half Roma, vertelt zonder dialogen het verhaal van de zigeunerdiaspora. De reis begint extatisch met wervelende dans en muziek in de woestijn van Rajasthan, volgens de overlevering duizend jaar geleden bakermat van de Roma-cultuur. Via een Egyptische kashba worden de Roma opgejaagd naar de getto’s van Istanbul, naar Roemenië, Hongarije, Slowakije, Frankrijk en eindbestemming Spanje. Overal wordt gemusiceerd, rauw en virtuoos. In Roemenië brengen de Haïdouks een satirische ballade over dictator Ceausescu en wervelende sirba’s op beelden van galopperende paarden, in Slowakije klinkt klaagzang over Auschwitz, in Frankrijk Sinti-jazz van gitaarvirtuoos Tchavolo Schmitt, in Andalusië flamenco van La Caita,
‘Latcho Drom’ werd opgenomen in 1993, en won in Cannes de Un Certain Regard-award. Maar in 1994 werd beslag gelegd op de filmnegatieven. Het bedrijf dat de film produceerde werd onder curatele gesteld en de filmrechten verdwenen in de inboedel. Na lange procedures kwamen onlangs de rechten weer vrij, waardoor de film nu pas in de bioscoop te zien is.
Ondertussen groeiden de latere gipsyfilms van Gatlif, ‘Gadjo Dilo’, ‘Vengo’, ‘Swing’, ‘Exils’ en ‘Transylvania’, uit tot arthousekrakers. Uitbundige films over het harde zigeunerleven, waarin soms schaamteloos alle clichés over de ‘levenslustige’ Roma en Sinti uit de kast worden getrokken: ze spelen allemaal fantastisch viool, dansen woest en losbandig, leven het leven zoals we het allemaal wel zouden willen leven, ook al worden zij overal gehaat en weggebonjourd.
Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld het bijna parodische ‘Transylvania’ stoort dit exotisme in ‘Latcho Drom’ veel minder. De schitterende muziek, de licht geregisseerde korte verhaaltjes, de fraaie beelden van woeste landschappen en grauwe getto’s, winnen het van de romantiek. De film boeit muzikaal en visueel van begin tot eind.
In Clejani is er ondertussen weinig veranderd, al groeide dorpsorkest Taraf de Haïdouks uit tot wereldact. De wegen zijn nog onverhard, de lemen (krot)huisjes staan er nog, vervoer gaat nog steeds per paard en wagen. Net als in de film. Alleen Cacurica is niet meer, hij overleed drie jaar geleden.

‘Latcho Drom’, Tony Gatlif, 103 minuten, première Chassé Cinema 8 juli