maandag 13 september 2010

Verslag But Film Festival


Lees BN De Stem 13 september










Knullige horror en lachwekkende superhelden

BUT verhuisde naar hartje stad. Het ‘foute’ filmfestival trok zo’n vijfduizend freaks.

Dieter van den Bergh

Bloederige taferelen in de St. Jansstraat vrijdagnacht. In theatercafé Boulevard beschilderde een fetishperformer haar lijf met vers getapt bloed. De bezoeker van het BUT-festival is wat gewend, maar dit was wel érg kinky.
Het festival voor ‘B-films, underground en trash’, dat gisteravond werd afgesloten, verhuisde voor de vijfde editie van de duistere krochten van Electron in Belcrum naar de Boulevard en de Nieuwe Veste in hartje stad. Met als episch centrum de St. Jansstraat. Een hecht, internationaal clubje van filmfreaks en -makers kwam er vijf dagen lang samen.
Naast film waren er performances met poëzie, muziek en theater, zombiemeisjes paradeerden door het centrum, er was een bokswedstrijd met woorden en voor de deuren van de Antoniuskathedraal hield God een meet & greet.
Het publiek kon kiezen uit meer dan honderd ‘butfilms’; films waarin je nooit krijgt wat je verwacht. En eigenlijk ook weer wel, want ze voldoen nooit aan het geijkte verwachtingspatroon, doen niet aan happy ends, en in de hoofdrol schitteren vaak monsters, aliens of superhelden. Neem ‘soeperhiero’ Captain Berlin in de low budget slapsticktrash van de Duitse cultlegende en hoofdgast Jörg ‘what’s in a name’ Buttgereit. Of het Portugese filmpje Papa Wrestling, waarin een supervader wraak neemt op gastjes die zoonlief pesten. Worstelpapa neemt zijn taak zo gruwelijk serieus dat het weer grappig wordt. Horror op BUT, da’s vaak lachen in plaats van griezelen. Lachen om expres knullige films. Hoe cheaper de special effects, hoe beter. Ook het Nederlandse slasherprobeersel The Dark Strain kreeg de zaal plat, al had de maker het vast niet zo bedoeld. Maar onbedoelde knulligheid is nóg meer lachen.
Met trots presenteerde BUT L.A. Zombie, eerder geweigerd op een Australisch filmfestival. Een curieuze ‘homo-erotische’ film waarin een zombie dode mannen penetreert. “Het is goed dat zo’n film in Nederland kan”, vindt festivalorganisator Dorien Eggink. BUT zoekt graag de grenzen op, al is het niet om taboes te doorbreken. “Seks om de seks, geweld om het geweld is oninteressant, het gaat om de artististieke waarde.” Zoals het werk van de veelbesproken ‘vaginakunstenares’ Hester Scheurwater, aan wie een programma werd gewijd.
BUT in klinische bibliotheekzalen, het is wennen. “Ook voor ons”, zegt Eggink. “Het voelt bijna alsof we opnieuw beginnen. Maar dit is de enige manier om verder te groeien. We hebben betere zalen, zijn zichtbaarder en laagdrempeliger.” Want ook de ‘gewone’ Bredanaar is welkom, benadrukt Eggink. “Veel mensen denken; ‘BUT, dat zijn rare films’, maar een groot deel is heel toegankelijk.” De verhuizing pakte goed uit, het festival trok met zo’n vijfduizend bezoekers aanzienlijk meer publiek dan voorgaande edities.
Maar sommige BUT-bezoekers mistten toch Electron; de oude fabriekshal zou beter bij de sfeer passen. Zo niet Chris uit Bristol. Al vier jaar bezoekt de Britse twintiger het Bredase festival vanwege het ‘geweldig brede programma’. “Deze lokatie is veel beter, je kunt na de film meteen de kroeg in.”

Zie voor een video-impressie www.butff.org