Zangeres Ljiljana Buttler is overleden. Lees hier een oud interview met haar.
Brabants Dagblad, donderdag 22 mei 2003 - Ljiljana Petrovic was een cultster in ex-Joegoslavie. Als Ljiljana Buttler beleefde de zangeres met de zware stem een opzienbarende comeback met 'The Mother of Gypsy Soul', een plaat vol bloedstollende Roma-liederen.
door Dieter van den Bergh
Ze had haar 'oude dag' maar al te graag doorgebracht in haar eigen land, maar ze kan niet terug. Haar huis is gebombardeerd en het land verkeert in een crisis.
In een Oost-Europees-achtig flatblok aan de rand van Düsseldorf praat Ljiljana Buttler met pijn in haar hart over haar vaderland, Servië. In de huiskamer klinkt Joegoslavische zigeunermuziek. Buttler (1944), een warme, weemoedige mama met gevoel voor zelfspot, is halfbloed Roma; geboren als Ljiljana Petrovic uit een Servische zigeunervader en Kroatische 'burgermoeder'. Sinds 1989 woont ze in Düsseldorf, waar ze trouwde met een Duitser, Herr Buttler.
"Dit is mijn eerste interview. Er bellen veel Duitse journalisten. Ze weten dat ik hier al jaren woon, maar hebben nooit enige interesse getoond. Nu heb ík geen interesse. Laatst stond er nog eentje op de stoep. Ik was de ramen aan het lappen, had een broek aan en was niet opgemaakt. 'Guten Tag Herr Buttler, ist ihre Frau zu Hause? Ik zeg sorry, die is er niet, guten Tag." Een beetje verlegen wordt ze wel van al die plotselinge aandacht. "Ik ben geen ster, ik ben maar een ordinaire huisvouw." Ljiljana Petrovic was een ster. In 1973 maakte ze haar eerste plaat, met de hitsingle Dusko, Dusko, een klassieker in ex-Joegoslavië. Talloze succesvolle platen volgden, deels opgenomen in Bosnië waar ze een aantal jaren woonde. "Ze noemde me in Joegoslavië Mutti von die Zigeunermusik."
Balkanblues
Omdat ze de oorlog voelde aankomen emigreerde Buttler naar Duitsland. Sindsdien heeft ze niet meer gezongen. Ja, twee keer op een familiefeestje. "Om papieren te krijgen ging ik werken. Mijn kinderen moesten eten. Ik heb in fabrieken gewerkt, in keukens, ben poetsvrouw geweest. Muziek speelde geen rol meer in mijn leven." Sinds twee maanden werkt Buttler niet meer, tenminste niet als poetsvrouw. Ze is weer zangeres, en met succes. Haar comebackplaat The Mother of Gypsy Soul is een wereldmuziekhit. De afwisselend droevige en louterende songs over het zigeunerleven zijn meer ingetogen, minder gipsy dan in de jaren zeventig, maar haar lage, soulvolle stem klinkt nog even imposant. "Ze noemen het Balkanblues, maar dat is het voor mij niet. Ik heb veel geluisterd naar soul en gospel. Louis Armstrong, Mahalia Jackson. Zwarte muziek, dat is nieuw voor mij. Ik heb een film gezien over Mahalia, waarin ze in een kerk zingt. Dat beeld heb ik steeds voor ogen gehad."
Op de cd is een glansrol weggelegd voor de Bosnische band Mostar Sevdah Reunion uit Amsterdam. Bandproducer Dragi Sestic, die eerder zigeunerlegende Saban Bajramovic uit de vergetelheid haalde, begon een paar jaar geleden een zoektocht naar de 'verdwenen' Ljiljana Petrovic. Na maanden speurwerk vond hij haar in Düsseldorf. "Hij wilde per se dat ik weer ging zingen", zegt Buttler, "daar had ik helemaal geen zin in. Ik wilde mijn rustige leventje houden. Dragi heeft een jaar lang elke dag gebeld. 'Bitte Mama!' Laat me met rust, zei ik. Maar toen hij me een Servisch krantenartikel liet zien waarin stond dat ik niet meer kan zingen en mijn tijd voorbij is, ging bij mij de knop om. Ik was woest en wilde bewijzen dat ik nog wel kan zingen. Ik ben hem nu dankbaar." Met Mostar Sevdah Reunion begint Buttler binnenkort aan een tournee. Haar tweede concert sinds ruim vijftien jaar is op het Tilburgse Gipsy Festival. Daarna volgen Engeland, Spanje en Oostenrijk. "Ik ben niet bang om het podium weer op te gaan. Het is mijn beroep, dat verleer je niet. Alleen mijn dochter maakt zich zorgen: 'Mutti, je bent oud, je bent achtenvijftig, zou je dit nou nog wel doen?'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten