donderdag 19 november 2009
Met Eddie Hitler/Adrian Edmondson in Brighton
“Ik kon Stairway to Heaven al spelen op mijn twaalfde. Jimmy Page schreef het liedje pas op zijn 22e. Dat lijkt me nogal veelzeggend.” Op het podium staat Adrian Edmondson, zanger en mandolinespeler van The Bad Shepherds. “Vooruit, nog één liedje dan jongens, Teenage Kicks, dan mogen jullie weer drugs gaan gebruiken of gaan zwemmen, want dat doen jullie toch de hele dag hier in Brighton?”
Adrian Edmondson maakte zich onsterfelijk als komiek (punker Vyvyan Basterd in The Young Ones, punker Edward ‘Eddie’ Elizabeth Hitler in Bottom), maar ook op muzikaal vlak heeft de Brit een verrassende staat van dienst. Hij stond begin jaren tachtig als gitarist en zanger op de grote festivals met de legendarische nep-rockband Bad News (een parodie op een hardrockband die speelde met Iron Maiden en Brian May, en berucht van een hilarische Bohemian Rapsody), hij scoorde een monsterhit met Cliff Richard (Living Doll), stond op het podium met The Who en met vriend Jools Holland en toerde recentelijk een jaar mee met The Bonzo Dog Doo Dah Band. Ook regisseerde hij videoclips voor acts als The Pogues, Squeeze, 10.000 Maniacs en Elvis Costello.
Vorig jaar vormde Edmondson met violist Maartin Allcock (Fairport Convention, Jethro Tull), Andy Dinan (doedelzak, fluit, sessiemuzikant van Nigthwish tot Roy Harper) en meervoudig Iers vioolkampioen Troy Donockley de band The Bad Shepherds. De groep (‘There are no sheep on stage that’s how bad we are’) debuteerde onlangs met Yan, Tyan, Tethera, Methara (one two three four op z’n Ramones, maar dan in een oud Cumbriaans dialect) speelt op verdienstelijke wijze folkversies van punk en wave-klassiekers uit de jaren tachtig van acts als The Clash, Squeeze, The Stranglers, Talking Heads, Kraftwerk, Tom Robinson Band, The Jam en Sex Pistols. Zoals deze avond in Concorde 2, een oud theehuis aan het strand van Brighton. Onder meer Foo Fighters, The Cure, Fatboy Slim en The Magic Numbers gingen The Shepherds voor, zo vertellen posters aan de muur.
Voor onze serie De Muziekbeleving Van... zocht Hifidelity Edmondson op in Brighton.
De Britse komiek (Bradford, 1957) is sinds 1985 getrouwd met Jennifer Saunders (Absolutely Fabulous) en vader van drie dochters. Adrian is manager van zijn oudste dochter, de zangeres Ella Edmondson (1986). Ze debuteerde onlangs op het Monsoon-label van haar vader en doet het voorprogramma van The Bad Shepherds. “Ik ben niet goed in grappig zijn”, zegt de dochter van de twee beroemdste komieken van Engeland. “Maar ik kan wel goed liedjes schrijven.” EMaar goed, we kwamen voor vader ‘Ade’. Over muziek luisteren, helden, punk en folk, The Young Ones en... ABBA. “Eigenlijk heb ik altijd muzikant willen worden.”
Opvoeding“Muzikale opvoeding? Haha, integendeel! Muziek werd thuis in Bradford serieus ontmoedigd. Ik kreeg weliswaar een flat horn, zo’n grote ronde trompet, in de maag gesplitst. Moest ik in de garage op oefenen, maar dat werd natuurlijk niks. Op mijn elfde kreeg ik na veel gezeur een basgitaar. Een ‘banjo’ bleef mijn vader die konsekwent noemen.”
Swinging Safari“Maar liefst acht klassieke platen had mijn vader. En eentje van Bert Kaempfert, A Swinging Safari [Adrian neuriet de melodie]. Mijn moeder had een plaat van Petula Clark met Downtown erop. En oh ja, ook nog eentje met komische Ierse liedjes van Val Doonican. Mijn ouders waren - zacht gezegd -nogal conservatief.”
Draagbare platenspeler“Mijn vader was leraar in het leger, we zijn vaak verhuisd. Ik heb op Cyprus gewoond, in Bahrein, in Oeganda. Maar van de cultuur daar kreeg ik niks mee, we woonden steeds in westerse enclaves. Als we op reis gingen namen we altijd onze draagbare platenspeler mee, een soort koffer, als je die uitklapte kon je de monospeaker eruit halen. Ik heb die nog geërfd, maar geen idee of ik hem nog heb.”
Kostschool“In 1969 ging ik naar de kostschool. Ik leerde rock kennen. We leefde in een gemeenschap, in verschillende huizen. Mijn huis was een ‘rockhuis’ waar The Free werd gedraaid, Bad Company, Led Zeppelin, Mott The Hoople, Stones. Ik ging vaak voor de muziek op bezoek in het ‘West Coast-huis’, daar draaide ze Grateful Death, Crazy Horse. Mijn eerste concert was Procol Harum op York University. Dat was eigenlijk ontzettend slecht. Ze hadden eigenlijk maar één hit; Whiter Shade of Pale. We hebben het hele concert gewacht op dat nummer, maar ze spelen het niet. Sindsdien háten we Procol Harum.”
David Bowie“Ik had weinig geld, kon nauwelijks muziek kopen. Mijn eerste plaat was Gimme Shelter van The Stones. Ik kocht hem toen ik twaalf was bij de enige platenzaak van Pocklington, waar ik op kostschool zat. Ik vond er eigenlijk geen zak aan. Zeker de b-kant niet, die live was en waarop je alleen maar schreeuwende meisjes hoort. Mijn tweede plaat was Ziggy Stardust. Play at maximum volume stond er in het midden van de elpee. Bowie werd op mijn veertiende mijn eerste held. Daarna kwam Lou Reed. Ik zag hem in Sheffield City Hall en kocht vóór het concert een poster van Lou Reed. Dat moet je dus nooit vóór het concert doen. Ik heb hem het hele concert vastgehouden, voor aan bij het podium. Tot mister Lou Reed himself de poster heeft afgepakt.”
Universiteit“Eigenlijk heb ik altijd muzikant willen worden. Toen ik van kostschool af kwam, was er een enorme druk om naar de universiteit te gaan. Maar ik had daar eigenlijk helemaal geen zin in. Dus koos ik in 1975 het makkelijkste vak; ‘drama’, in Manchester. Als je ‘muziek’ had kunnen kiezen had ik dat gedaan. Gelukkig leerde ik in Manchester Rick [Mayall, latere comedypartner in o.a. The Young Ones en Bottom] kennen, we hadden dezelfde muzikale voorkeuren en namen de universiteit niet zo serieus.”
Nick Cave“Ik kan wel zeggen dat ik inmiddels redelijk bekend ben in Engeland. Hierdoor heb ik de nodige helden van mij kunnen ontmoeten. Mick Jagger, Brian May, Pete Townsend, Jimmy Page. Ontmoet nooit je helden, heb ik wel geleerd. Hoe aardig ze misschien ook zijn, als je ze ontmoet hebt, zijn het je helden niet meer. Het blijken namelijk hele gewone mensen. Mijn twee grootste helden heb ik nooit ontmoet: David Bowie en Nick Cave. Cave is mijn held of all time. Die wil ik zijn. Zijn stijl, zijn cool, zijn muziek, zijn persoon. The coolest man on earth. Eigenlijk speelt hij ook gewoon folksongs, zeker zijn murder ballads. Hij heeft de drums uit zijn muziek gehaald, net als wij. Ik zat ooit te lunchen in een bar in Londen, bleek Cave een tafel verder te zitten. Hij zat verzonken in een boek. Met grote moeite heb ik de verleiding kunnen weerstaan om op te staan en hem een hand te geven. Nu ben ik daar erg blij om.”
Punk“Op mijn negentiende kwam de punk in alle hevigheid op. Erg spannend, dat veranderde eenieders leven, tenminste, dat van mij en mijn vrienden wel. Het bevrijdde ons van alle regels. Ook op de universiteit. We wilden iets proberen te doen dat anders was dan de gebruikelijke komieken met hun pakken en stropdassen en foute racistische en seksistische grappen. Er was geen plaats voor ons in dat wereldje. Maar dankzij de punkmentaliteit hebben we toch de aandacht op kunnen eisen.”
Rick Wakeman“Als je muzikant wilde worden dan moest je minstens Rick Wakeman worden, zo was het idee, met dat reusachtige instrumentarium van hem. En ongetwijfeld had hij een jarenlange muzikale opleiding. Nee, dat ging niet zomaar lukken. Maar dat veranderde toen de punk opkwam; je stal gewoon twee oude gitaren, ging op zoek naar een afgedankte versterker en je begon een band. Of je nou kon spelen of niet. Zo deden wij dat ook in comedy. Het enige dat we nodig haden was een pub in Manchester als podium.”
Buzzcocks en Sex Pistols“Ik heb nooit heel aktief deelgenomen aan punk, maar was meer een filosofisch beschouwer. In The Squat in Devon Street in Manchester heb ik veel punkbandjes gezien. Daarvan hebben alleen The Buzzcocks het later gemaakt. De Sex Pistols heb ik nooit gezien; maar die traden ook maar een jaar op en de kans om ze te zien was statistisch gezien erg klein. De helft van de optredens werd namelijk afgelast.”
Young Ones“En de bands die tijdens The Young Ones optraden heb ik natuurlijk gezien. Wij kozen die niet, al hadden we wel wat invloed op de keuze. Een band als Amazulu was een miskleum, die waren niet echt cool, verder hebben we veel mooie dingen gehad; Madness, Motörhead en the Damned die speciaal voor ons een lied schreven.”
Jaloers“In die tijd waren veel muzikanten jaloers op ons. Ze wilden allemaal ons worden. Wij waren hip en deden ons ongedwongen ding, dachten zij. Chrissie Hynde wilde stand up comedian worden! Costello wou grappig gaan doen! Madness was jaloers op ons, zo erg zelfs dat Ben Elton [schrijver The Young Ones en Blackadder -red] voor hen nog een tv-comedy schreef. Daar is het nooit van gekomen, Gelukkig maar misschien. De muzikanten vonden dat ze vast zaten in het stramien van drieminutenliedjes, wat wij deden was pas vrij en interactief. Maar wat zij niet wisten was dat wij juist hartstikke jaloers op hen waren.”
Bad News“Of we echt speelden met Bad News? Zeker, maar vraag niet hoe. Ik ben een competente gitarist, al zeg ik het zelf, Nigel [Planer, Neil uit The Young Ones] speelde een soort van gitaar, Peter [Richardson] speelde bijna drums, bassist Rick [Mayall] was just shit. Maar het was een mooie tijd. We hebben op grote festivals gestaan zoals Reading en Monsters of Rock, we hebben getoerd met Iron Maiden, speelden met Jeff Beck, met Ronnie Woods, met Jimmy Page, met Marillion. Brian May was onze producer!”
Videoclips“Ik heb een jaar lang videoclips gemaakt, in 1987 en ‘88. Ik heb dertien videos gedaan, voor Squeeze [Hourglass], Elvis Costello [This Town] Michelle Shocked [When I Grow up], 10.000 Maniacs [Like the Weather], The Pogues [Fiesta], met een hele dronken Shane MacGowan tijdens de opnames. Ik ben een groot fan van hem, en hij van mij zo bleek. Alleen dat hij zo altijd zo dronken is, is very tricky. De video voor Squeeze werd nog verkozen tot ‘MTV Best Video’. Dat waren heel dure clips vaak, en vrij uitbundig. Zodiac Mindwarp wilde ook een clip van mij à la Bad News. [lachend] Nou die kon hij krijgen, hij nam het geloof ik allemaal een beetje te serieus. In 1988 stortte de markt voor clips in. Er was ineens geen geld meer, dus ben ik gestopt. Er was geen uitdaging meer.”
Muziek luisteren“Thuis luister ik weinig naar muziek. Het draaien van een cd vraagt een hele vreemde concentratie vind ik. Je moet eigenlijk gaan zitten, maar bent ondertussen toch met andere dingen bezig: de afwas doen, kleren strijken. Ik hou van muziek luisteren op de radio of via de iPod, ik heb zelf labels gemaakt. ‘Americana’ staat het meest op. Devon Sproule, John Hartford, Gram Parsons, Flying Burrito Brothers. In de bus naar optredens toe willen we geen muziek, dat wordt gewoon too much.”
Festivals“We spelen de laatste tijd veel op festivals, daar zie ik veel andere bands. In Cambridge zag ik Mumford & Sons, erg goede indie folkband uit Londen. Heb meteen hun cd gekocht. Tegen mijn gewoonte in. Ik koop eigenlijk nooit cd’s, ik krijg wel veel. Ik vind dat het beter is sommige muziek in herinnering te houden, en die herinnering te koesteren in plaats van meteen de cd te kopen.”
Bad Shepherds
“Ik heb nu even de handen vol aan mijn eigen muziekproject. Ik speel muziek, for fun, een betaalde hobby. We krijgen hele positieve reacties, zoals: ‘we kunnen nu eindelijk horen wat ze toen zongen’. Veel punksongs worden ondergewaardeerd, omdat mensen de teksten niet kunnen verstaan en denken dat het om zomaar wat geschreeuw gaat. Folk en punk hebben veel overeenkomsten. Ze zijn beide van het volk, de sociale context is vaak hetzelfde. Rise van PiL gaat over apartheid, veel oude folk in wezen ook, al gaat het dan over de rechten van mijnwerkers. Er zit in de traditionele muziek soms eenzelfde woede als in de anger is an energy van Johnny Rotten. Je krijgt bovendien eenzelfde gevoel van rauwe opwinding. Ik kan tenminste heel opgewonden raken als ik ergens uit een Ierse pub Gaelic tunes hoor komen, zeker als daar wat bij gedronken wordt. Ik heb twee jaren geleden in een dronken bui rond kerst een mandoline gekocht. De dag erna ben ik daarop beginnen te spelen: de punkliedjes die ik nog kende van vroeger. Dat bleek verrassend lekker te klinken op mandoline.”
Folk“In mijn vroege tienerjaren stonden de hitlijsten vol met folk. Lindisfarne, Steeleye Span, Fairport Convention. Softrock vonden we dat toen, was daar ik niet veel mee bezig. Punk was veel spannender. Ik was wel altijd fan van The Pogues maar het Keltische kwartje viel pas echt tijdens een Bottom-toer begin deze eeuw. Een kleedkamer naast ons hoorde ik de band van de Engelse folkzangeres Kate Rusby zingen en spelen. Fantastisch! Dankzij haar ben ik nu een born again folkie. Het grappige is dat Rusby heeft meegwerkt ana het debuut van mijn dochter.”
Ella
“Met je dochter op toernee gaan is, zeg maar, wel iets heel anders dan een normale vader-dochter-relatie. We zijn veel meer open naar elkaar toe. Haar moeder is daar weleens jaloers op. Ella doet het goed in Engeland. Maar het kan nog véél beter, zo sprak haar manager. [lachend] Tenminste één Edmondson moet het toch kunnen schoppen tot beroemd muzikant.”
de Favorieten Van.... Adrian Edmondson1-Mijn hifi-set: “Bose docks, tamelijk lo-fi. We hebben ook een home cinema, verbonden met de cd-speler. Vooral de sub-bass is erg goed. Plus een iPod. Ik ben er nog niet uit of een high-end installatie nut heeft. Toen Brian May onze producer was gaf hij de eindmixen van de plaat mee op cassette. We luisterden dat in de auto op een crap-installatie met crap-speakers. Het klonk daarop fantastisch, dus was het zeker goed. De meeste mensen luisteren muziek in een volle bar. Ook dan kun je geraakt worden.”
2-Favoriete genre: “Americana.”
3-All time favourite: “Nick Cave.”
4-Ik gruwel van... “Rap. Daar word ik doorgaans niet erg vrolijk van, of het moet hele oude zijn. Die mensen nemen zichzelf vaak onterecht veel te serieus, want het talent ontbreekt. En waar hebben ze het over, so boring...”
5-Ik luister stiekem naar. “ABBA. Keihard meezingen met m’n iPod. Die groep kun je nauwelijks betrappen op een slechte song. Sommige mensen vinden ABBA niet cool. Ongebegrijpelijk.”
6-Omvang muziekcollectie: “Zo’n 1000 cd’s. En nog wat vinyl in de kelder. Sinds we verhuisd zijn staat dat daar. Maar ik kom helaas te weinig in de kelder, haha.”
7-Verzamelaar? “Nee. Zelfs van Nick cave heb ik niet alles. En ook van Bowie niet, zijn laatste werk is crap.”
8-Elpee of cd? : “De elpee is natuurlijk belachelijk romantisch, maar geef mij toch maar de cd. Ik hoor het verschil in geluid ook niet zo.”
9-Meest memorabele muziekbeleving: “Met The Who in Hyde Park in 1996 tijdens Quadrophenia voor 120.000 mensen. Een charity-concert. Ik speelde Ace Face/Bellboy in een soort van gigantisch gat in het podium. Pete Townsend en Roger Daltrey backing me up. I was in tune. Bizar genoeg zat speelde Gary Glitter ook een gangmember. Ik weet nog dat ik tijdens de repetities gesproken heb met John Entwistle, die toen nog leefde. Ik heb hem een heel verhaal verteld, maar hij hoorde geen woord van wat ik zei, zo afwezig was hij.”
10-Mijn hifi-tip: “Beleef muziek live.”
Op www.badsheperds.com is haar hele debuut-cd Yan, Tyan, Tethera, Methara te beluisteren.