vrijdag 10 april 2009

Regisseur Lukas Moodysson over Mammoth









(uit bijlage International Filmfestival Breda)

De schrijnende kloof tussen alles en niets

Mammoth beleefde in Breda haar Nederlandse première. De eerste Engelstalige film van de geëngageerde filmer Lukas Moodysson ontroert en verontrust.

door Dieter van den Bergh

Zijn films lokken soms extreme reacties uit. Zo kwam het bij een screening voor dat er iemand in het publiek moest overgeven, een andere keer werd er seks bedreven in de zaal. De reactie op zijn nieuwe film Mammoth? Lukas Moodysson hoeft niet lang na te denken. “Gehuil.” En okay, soms ook boegeroep van cynische journalisten. Maar kritieken, die interesseren hem niets, vertelt de Zweedse succesregisseur laconiek.
Het ontroerende, maar ook verontrustende Mammoth kent drie verhaallijnen. Vertrekpunt is het jonge, succesvolle New Yorkse stel, internetmiljonair Leo (Gael García Bernal) en arts Ellen (Michelle Williams). Ze hebben een dochter, Jackie (7), die de meeste tijd doorbrengt met haar Filippijnse nanny Gloria. Vanuit New York wordt uitgebreid ingezoomd op Gloria’s gezin in de Filippijnen en op lustparadijs Bangkok, Thailand, waar Leo in zijn privé-jet op zakenreis naar toe vliegt.
Moodysson werd bekend met rauwe, sociale en soms tegen de Dogma-stijl aanleunende Zweedse drama’s als Fucking Amal, Together en Lilya 4-ever. Na het omstreden A Hole in my Heart (2004) en het experimentele Container (2006) werd uitgekeken naar weer een toegankelijke film. Dat werd Mammoth, zijn eerste Engelstalige film en de eerste met grote sterren. “Ik wilde een Engelstalige film, maar was niet per se op zoek naar grote sterren. Bernal heb ik benaderd net op het moment dat hij in Finland op de planken stond met de theaterversie van Together. Puur toeval.”
Mammoth staat stil bij zaken als werk, carrière en hedonisme. Moodysson: “Ik zie bij veel mensen om me heen dat ze zich neerslachtig voelen, en verward zijn. Ook al hebben ze alles, diep in hun hart weten ze dat er iets mis zit. Ook de rijke Leo leidt aan een ondefinieerbare vorm van weltschmerz en zit niet lekker in zijn vel. Hij is verdwaald in zijn leven. In Thailand besluit hij dat hij alles anders wil. Ik veroordeel hem niet, maar probeer hem te begrijpen.”
Andere terugkerende thema’s in de film: verbanden, multiculturalisme en de gevolgen van mondialisering. “Iedereen staat met elkaar in verband. Pak twee willekeurige mensen uit het spinnenweb en ze zijn nooit verder dan vijf handdrukken van elkaar verwijderd. Fascinerend.” Maar door de mondialisering zijn er meer scheve verhoudingen, zegt de Zweed. “De kloof tussen alles en niets hebben wordt schrijnender. Uitbuiting en misbruik nemen toe. Zowat heel Thailand is gebaseerd op westerse behoeften, maar toerisme schurkt soms tegen uitbuiting aan.”
Hoewel Moodysson nooit het doel heeft gehad een anti-globalistische film te maken, beseft hij achteraf dat er in Mammoth een ‘bepaalde ideologie’ is geslopen. “Daar word ik nu op afgerekend.” Ondanks de soms negatieve kritieken lijkt Mammoth uit te groeien tot een publiekslieveling. Vooral het thema ‘afwezige ouders’ maakt indruk, zo merkt Moodysson. “Bij de première in Stockholm sloegen veel bezoekers de afterparty over. Niet omdat ze de film zo slecht vonden, maar omdat ze zo snel mogelijk naar hun kinderen wilden.”
Moodysson maakt zich druk over afwezige ouders. “Er bestaat een opvoedmethode die voorschrijft dat je een kwartier per dag iets actiefs met je kind doet. Buiten standaardzaken als eten en tv-kijken om. Het kind bepaalt wat je dat kwartier gaat doen. Schrikbarend hoe weinig mensen aan dat kwartier komen.”
Zelf is Moodysson, die bekend staat als feminist, veel bij zijn drie kinderen, van 5, 10 en 13 jaar. Een nanny is niet nodig. Lachend: “Er zit veel tijd tussen mijn projecten. Daardoor ben ik veel thuis, te veel vinden mijn kinderen soms.” Tijdens de opnames in New York en Thailand waren zijn kinderen er gewoon bij. “Het zou wel erg tragisch zijn om een film over afwezige ouders te maken en dan zelf steeds de afwezige ouder te zijn.”

Johanna ter Steege over Last Conversation







(uit festivalkrant BN/De Stem Filmfestival Breda)




‘Moeilijkste rol van mijn leven’

Johanna ter Steege speelt Anna in de radicale roadmovie Last Conversation (Het Laatste Gesprek).

door Dieter van den Bergh

Dé ultieme acteeruitdaging. Daarom accepteerde Johanna ter Steege (1961) de uitnodiging van regisseur Noud Heerkens (1954) om vanuit een auto een film van 75 minuten op te nemen in één lange ‘take’.
“Gekkenwerk natuurlijk, maar ook zó spannend en aanlokkelijk dat ik niet kon weigeren”, aldus de actrice.
In Last Conversation, het speelfilmdebuut van Heerkens, heeft de trotse carrièrevrouw Anna (Ter Steege) tijdens een autorit door de Ardennen voor de laatste keer haar ex-minaar aan de lijn. Ze doet er alles aan om hem zo lang mogelijk aan de telefoon te houden. De roadmovie valt niet alleen op door subliem acteerwerk van Ter Steege, maar misschien nog meer door het radicale one-take-concept. Voorbeelden van ‘one-take-speelfilms’ liggen in de filmwereld niet voor het oprapen. Russian Ark (2003) van Sokoerov is er eentje, en waarschijnlijk de bekendste. One-take-films rond één personage en één lokatie, zoals Last Conversation, zijn helemaal uniek. “Alles wat je ziet is echt en ik doe alles zelf”, legt Ter Steege uit. “Autorijden, op het verkeer letten, telefoneren. Tijdens normale filmopnames heb je takes van twee minuten, vier minuten is al lang. En dan nog kun je het minstens acht keer overdoen. Nu moest elke seconde waarheidsgetrouw zijn, 75 minuten lang kon er niets mis gaan. Dat is enorm zwaar.”
Achttien dagen werd er gerepeteerd. Ter Steege: “Ik zat op een stoel met voor me een stoeltje, dat zogenaamd het autostuur was. We zijn drie keer met een echte auto de weg opgegaan, om de rit uit de film te maken.”
Nadat er maar liefst vierentwintig camera’s op de Jaguar XJS waren gemonteerd, kon de sportwagen met bestuurster Ter Steege op weg voor de opnames, door het ‘real life-decor’ van de Ardennen rond Dinant. De regiewagen met onder meer de regisseur, cameraman Richard van Oosterhout en tegenspeler Ruurt de Maesschalck volgde op vier minuten. “Zo konden ze niet in beeld komen, maar mocht er echt iets mis gaan, dan zouden ze snel genoeg bij mij zijn.”
Twee dagen waren er in februari 2008 uitgetrokken voor de opnames, twee ritten per dag, heel vroeg in de ochtend en in de namiddag. De route kende Ter Steege inmiddels uit haar hoofd. Maar wat er onderweg - in het echte verkeer - zou gaan gebeuren was onzeker. “Het was een vreemde mix van fictie en werkelijkheid. Wat fout zou gaan, daar had je maar mee te dealen.” Van de vier opnameritten was alleen de laatste bruikbaar. “Bij rit één waren door de kou de ramen beslagen, maar de verwarming kon niet aan omdat die teveel lawaai maakte. Bij rit twee was er een probleem met de telefoons, bij rit drie had ik slecht geacteerd. Dan word je best nerveus, met al die camera’s op je neus, en het geld dat langzaamaan opraakt.”
Last Conversation is een dialoog verpakt als monoloog, de tegenspeler horen we niet en krijgen we ook niet te zien. Maar hij is het wel die bijna de hele film belt met Anna. Echt belt. “We hebben overwogen het telefoongesprek te fingeren, maar dat was qua concentratie, al autorijdend echt niet te doen.”
Last Conversation werd volgens Ter Steege een ‘heel emotionele film’. “Over het verwerken van pijn die naar boven komt als je een geliefde moet los laten. Anna had jaren een geheime relatie met een getrouwde man. Hij heeft er een punt achter gezeten. Zij kan dat niet accepteren.”
Het is de zoveelste zware rol waar Ter Steege, die in 1988 doorbrak met Spoorloos, voor werd gecast, terwijl ze al jaren stiekem solliciteert naar een lichtere rol, een comedy bijvoorbeeld. Neemt niet weg dat ze zeer tevreden is met het ‘geslaagde’ Last Conversation, de ‘moeilijkste rol van mijn leven’.

donderdag 9 april 2009

Anthony Joseph op Music Meeting


lees verder hier

De tragische lach van Leon van der Zanden












(uit BN/De Stem)

‘De tragische lach is de mooiste’

Brabantse ‘gevoelscabaretier’ bouwt voorstelling om ernstig zieke vader.

door Dieter van den Bergh

Het grote (Brabantse) publiek kent hem van het taboedoorbrekende ‘Olifantendoders’ op Omroep Brabant. Nee, het populaire tv-programma komt niet meer terug op de buis, zegt Leon van der Zanden (1977). “De taboes zijn op.” Maar de Helmonder, woonachtig in Eindhoven, is bovenal cabaretier. ‘Cola’, met tekstbijdragen van Jeroen van Koningsbrugge, is zijn vijfde theaterprogramma.
Tussen zijn vorige voorstelling (‘Leòn’) en ‘Cola’ zat een sabbatical. Ter bezinning en ter creatieve inspiratie liep Van der Zanden, naar eigen zeggen een ‘gevoelscabaretier’, een deel van de Santiago-route. Ook bezocht hij Lourdes en reisde naar Afrika. “Ik wilde even écht leven. Weg van thuis, de foyer, de theaterzaal, de sportschool, mijn normale wereldje.”
Van der Zanden was al langer spiritueel ingesteld. Hij heeft al jaren een eigen sensei (een karatemeester alias mental coach) en een energetisch begeleider, ‘voor het goed aanvoelen van een zaal’.

Maar tijdens zijn sabbatical werd ook zijn vader ernstig ziek; longkanker. “Ik kon niet anders dan er iets mee in mijn voorstelling doen, ik zat en zit er zo vol van.” Mijn moeder, een karakteristiek Afrikaans vrouwtje, komt al veel voor in mijn werk, mijn vader, een rustige denker, was niet zo spannend voor het theater. Maar wél toen-ie ziek werd. Ik zag hem aftakelen, mijn held, die het gevecht van zijn leven levert. In zijn hoofd. Mijn vader leefde tot aan zijn ziekte in zijn hoofd. Hij heeft onlangs nog een studie filosofie afgerond in Tilburg, maar als je niet meer kan lopen of ademen helpen Kant en Nietzsche niet meer.”

In ‘Cola’ krijgt zijn ‘wegvallende vader’ een prominente rol. Maar het is zeker geen treurnis troef, zegt Van der Zanden. “Het gaat om de lach, het heet cabaret en is geen drama.” Al heeft die lach deze keer meer lagen. “Deze lach komt voort uit tragiek, onder andere de kanker van mijn vader. De tragische lach is de mooiste lach die er is. Als je ergens niet mee om kunt gaan, kun je er het beste harde grappen over maken. En als je daarna weer gewoon over neuken gaat praten, dan voel je pas echt hoe schrijnend leven soms is.”

Leon van der Zanden met Cola, onder andere 9 april Kloosterhof Hoogerheide, 17 april CC van Gogh Zundert, 23 april De Schattelijn Geertruidenberg, 19 en 20 juni Chassé Breda. www.leonvanderzanden.nl

donderdag 2 april 2009

De moraal van Van Houts en De Ket














(uit BN/De Stem)


‘Voor je het weet heb je weer iemand gekwetst’

De nieuwe, spraakmakende cabaretshow van Van Houts en De Ket heeft een kijkwijzer: ‘Kan mensen keihard kwetsen’.

door Dieter van den Bergh

‘Ik weet niet wat jullie beogen, maar het was alleen maar geschreeuw, gevloek en gegooi.’ Aldus een reactie in het gastenboek van een bezoekster die voortijdig de zaal verliet. “Is dat echt, schrijft iemand dat?”, zegt Tom de Ket oprecht verbaasd. “Dat moet tijdens de sketch ‘Gevloek en Getier’ geweest zijn. Een parodie. Satire. Mensen vangen iets op, luisteren niet meer en lopen weg. Jammer, maar ik kan echt niet instaan voor de intelligentie van het publiek.”
Dat er mensen de zaal uitlopen, tijdens de voorstelling, is geen onbekend gegeven voor De Ket (50), ‘de kale’ in Van Houts en De Ket. Het Amsterdamse cabaretduo zoekt constant de grenzen van het betamelijke op. Haar voorstellingen zijn provocerend, pijnlijk en venijnig, maar vooral ook erg hilarisch en grappig. Bij de nieuwe voorstelling ‘Achterlijker dan dwars’ ontstond de controverse al bij het affiche, waarop beide heren, met de rug naar de kijker toe, naakt poseren. “Toevallig zo ontstaan”, vertelt De Ket. “Eerst hadden we nog een broekje aan, maar zonder broekje werkte het toch beter. De rugnummers vormen onze geboortedatum, 58, het nummer dat je altijd zult dragen. Kwetsbaar toch? En ja, iedere attentiewaarde is natuurlijk ook meegenomen.”

Zoals alle acht eerdere Van Houts en De Ket-voorstellingen handelt ‘Achterlijker dan dwars’ over ‘de waanzin van de Nederlander’. Als theaterantropologen bestuderen de twee cabaretiers het Hollandse ras. Goedgelovigheid (tegen beter weten in) is dit keer het leidmotief. De Ket: “De onuitroeibare behoefte van de mens om voor de gek gehouden te worden. Eenderde van de mensheid gelooft dat de aarde in zes dagen is geschapen. Waarschijnlijk eenzelfde aantal gelooft in de idioterie van Uri Geller. Of kijk naar de kredietcrisis. Gedreven door hebzucht is iedereen er ingetuind. We geloofden dat de bomen tot in de hemel reikten. En nu voelen we ons bedrogen. De crisisellende is een heel dankbaar gegeven voor ons. Een van de succesnummers is een kliniek waar financiële adviseurs kunnen afkicken van hun praktijken.”

‘Achterlijker dan dwars’ is voorzien van een kijkwijzer: ‘Dit programma bevat waarschijnlijk schokkende beelden en we gaan bepaalde bevolkingsgroepen keihard kwetsen.’ “Nederlanders hebben zo’n lange tenen tegenwoordig. Voor je het weet, kwets je iemand. We houden rolstoelsessies met ene ‘Micha’ [naar cabaretier Micha Wertheim die commotie veroorzaakte na een ‘gehandicaptengrap’, red]. ‘Micha’ heeft spierdystrofie, heel ernstig. De gehandicapten zelf vinden het geweldig, maar voor je het weet slaan de stoppen door bij het niet-gehandicapte publiek. Die scène gaat over hypocrisie. Er is op televisie een ontwikkeling gaande waarbij het leed van anderen, bijvoorbeeld gehandicapten, wordt uitgebuit. Een nieuw soort leedvermaak onder het mom van goedbedoeldheid. Maar het gaat over een heel ander belang, het is pure uitbuiting.”

“Of we doorslaan in cynisme? Nee, we zijn helemaal niet cynisch. Wel hard en confronterend. Als je cynisch bent, kan het je allemaal geen reet schelen. Het kan ons héél véél schelen. We zijn eigenlijk enorme moralisten. Geëngageerd ook. We zijn niet kwaad, maar maken ons juist vrolijk over de waanzin van alledag. Er zit veel troost in de voorstelling: mensen herkennen hun leed. Let wel, we heffen geen vingertje op, het gaat ook over onszelf. Wij zijn ook maar gewoon twee van de vele gekken in dit land. Ook wij zaten tot aan onze nek in onbegrijpelijke producten als investeringshypotheken, pensioenfondsen en koersplannen. En nu is alles verdampt. We zijn er ingetrapt en moeten nu met de billen bloot.”

Van Houts en De Ket, ‘Achterlijk dan dwars’, 7 april, Chassé Theater Breda, 20.30u, 21 april Theater De Bussel Oosterhout, 20.15u, 12 mei, De Kring Roosendaal, 20.15u. www.vanhoutsendeket.nl