maandag 25 januari 2010

Dag van het Vinyl 013


lees het verslag hier

Tweede Cultuurnacht Breda


(uit BN/De Stem 23 januari)

Feestend cultuur snuiven in galmend Breda

door Dieter van den Bergh

BREDA - “Pap, we zouden nu toch naar het Breda’s Museum gaan?” “Maar mam, ík wilde juist naar het Chassé.” Een gezin met tienerkinderen worstelt bij de uitgang van de bibliotheek met een dilemma, een luxeprobleem eigenlijk; want waar ga je heen tijdens de Cultuurnacht? Het passe-partout van zes euro biedt toegang tot tientallen optredens en exposities en tot vrijwel alle musea van de stad. Met weliswaar gratis vervoer (per bus of paardentram), maar alles zien in ondoenlijk. Ruim dertig musea, theaters, poppodia en andere kunst en cultuurinstellingen - meer dan vorig jaar - legden gisteravond tussen zeven en twee de rode loper uit, voor vaak een speciaal, eenmalig programma. Het thema van dit jaar: ECHOoo. Er waren echo’s uit het verleden, zoals de herinneringsbus van Pluspunt op de Grote Markt en het openstelde NAC Museum, er werd gebruik gemaakt van echografie, van lichteffecten, schimmenspel en ‘design-echo’s’, maar ook de echo als geluid werd uiteraard volop aangewend, en niet alleen door het zeer prominent aanwezige Klokkenluiders Gilde Breda.
Alle bekende plekken deden mee, maar ook spannende onbekende, waar je doorgaans niet zomaar binnenwipt of geen ‘live-kunst’ verwacht. Zoals bij uitgeverij De Geus, waar schrijvers als Rachid Novaire en Marian Boyer voorlazen, bij dansgezelschap De Stilte, dat een fraai spel van golven en repeterende ritmes opvoerde, of bij de Oude Vest 4, het oude postkantoor waar in het monumentale trappenhuis het mysterieuze oorlogsverleden van het pand op multimediale en geëngageerde wijze werd ontrafeld door de daar gevestigde creatieve bedrijfjes. Kers op de taart hier was ‘het uitzicht over de Cultuurnacht’ vanuit de hoge toren, waar je normaal gesproken niet zomaar belandt. Het pas geopende Gebouw C aan de Reigerstraat pakte uit met een foto-expositie en een geïmproviseerde filmzaal, waar de bezoeker korte films kon kijken, al liggend op een comfortabel Fatboy-bedje.
Ook het treinstation werd benut. De aloude kleurrijke tegeltjestunnel kreeg er een extra dimensie bij dankzij een kameleontisch lichtspel van IDFX. Met hun ‘echo van licht’ - een ode aan ‘tegeltjesontwerper’ Peter Struycken - pimpte ze de poort naar Belcrum, waar een belangrijk deel van het programma plaatsvond. Zoals in KOP, waar een experimenteel violiste op originele wijze weerklank vond bij een danseres. Maar dé verrassing van de avond schuilde in een klein hoekje aan de Belcrumhaven; het Aardappel Imperium (hAI), sinds dit najaar gevestigd in de tekenkamer van de oude Backer & Rueb Machinefabriek. Achter het minuscule undergroundcafé blijkt een fraaie galerie te schuilen vol heerlijke designgadgets en kunst.
Het was soms dringen en zweten, zoals bij expositieruimte Plaats, waar het moderne jazzensemble Airkraft optrad, of bij café Het Hijgend Hert, waar het nieuwe Bredase kunstenaarscollectief Subuk de zintuigen prikkelde met een kartonnen multimediale machine waar je doorheen kon lopen. Maar wachtrijen konden de pret niet drukken; de feeststemming nam alleen maar toe. Want laat op de avond kon er natuurlijk ook gedanst worden. Niet alleen de arty-farty-disco in het Aardappel Imperium had zijn aanvang genomen, op meerdere plekken draaiden de voor de gelegenheid opgestelde deejays op volle toeren.
Een cultuurnacht om te koesteren, al is het alleen maar omdat het ook wel eens lekker is om laat op de avond met de jas nog aan en een biertje achter de kiezen al zappend high culture te snuiven.

vrijdag 22 januari 2010

Respect! Hiphop op Wereldpodium

lees de aankondiging hier

Van Tsai Ming-liang tot Nicolas Cage







Van underground tot Hollywood, van kinderfilm tot wereldcinema; Film Festival Rotterdam, voor de betere cinema, staat weer voor de deur. Met tientallen premières.

Lees verder in de papieren editie van BN/De Stem van 20 januari

donderdag 21 januari 2010

Interview Angelique Kidjo











(Brabants Dagblad, 20 januari 2010)

“Dit is het verhaal van mijn jeugd”

Afro-ster en activiste Angelique Kidjo maakt plaat met pop uit haar jeugd. Op 31 januari staat ze in 013.

door Dieter van den Bergh

Met kerst was ze nog ‘thuis’ in kuststad Cotonou in Benin, om de 83e verjaardag van haar moeder te vieren. De eerste verjaardag zonder haar vader, die vorig jaar overleed. De liedjes van haar plaat Oyo heeft hij nooit gehoord. Helaas niet, zegt zangeres Angelique Kidjo vanuit New York, waar ze woont met haar man, de muzikant Jean Hébrail, en hun 17-jarige dochter Naïma. Ze is benieuwd wat hij van haar versie van Petite Fleur zou vinden. Het oude liedje van New Orleans-klarinettist Sidney Bechet was zijn favoriet.
“Dit is het verhaal van mijn jeugd”, zegt Kidjo over Oyo (schoonheid). De plaat staat vol herinneringen aan haar Beninse jaren, die haar muzikaal vormde. Afrikaanse songs, zoals Atcha Houn, het eerste lied dat ze als zesjarige voor publiek zong, maar vooral funk en soul van artiesten als James Brown, Curtis Mayfield en Aretha Franklin. ‘Hadden jullie die muziek dan vroeger in Afrika?, vragen ze Kidjo niet zelden verbaasd. “Ja”, antwoordt de zangeres dan lichtelijk geïrriteerd, “en we reden ook niet meer op olifanten.”
Kidjo (Ouidah 1960) groeide op in een ‘educated family’, zoals ze zelf zegt. Haar vader, opgeleid in Dakar en Parijs, ging om met intellectuelen. Iedereen móest naar school, vonden ze thuis. En sporten. Want als je lichaam gezond is, kun je alles beter. Ook musiceren. “Mijn vader vond dat we een muziekplicht hadden omdat we talentvol waren. Zelf speelde hij banjo in een jazzband; Sinatra, Armstrong, Nat King Cole, de crooners. Hij speelde vaak na het avondeten voor ons. Mijn moeder was klarinettist en choreograaf en mijn broer speelde westerse soul en rock. Muziek die op de radio werd gedraaid en die je in de platenzaken kon kopen. Tot 1972 dan, toen de dictator westerse muziek in de ban deed. Pas op mijn twaalfde ging ik me afvragen waarom er zwarte mensen op die Amerikaanse elpeehoezen stonden: hoe kon je én Afrikaans én Amerikaans zijn. Toen leerde ik over de slavernij.”
Oyo verschijnt dertig jaar na Kidjo’s debuut Pretty (1980), waarmee ze haar naam vestigde in West-Afrika. Drie jaar later slaat de zangeres op de vlucht voor het marxistische regime van Mathieu Kérékou. “Zes jaar heb ik niet met mijn ouders kunnen praten, verschrikkelijk. Ik zat op een flatje in Frankrijk en keek Out of Africa op tv. Ik jankte het uit. Hoe romantisch die film ook is, dat was op dat moment mijn link met Afrika. Ik rook de lucht, de bomen, de planten. It doubled my pain.” Het thema van Out of Africa belandde op Oyo.
De plaat is overgoten met die typische Kidjo-saus; een crossover van Afrikaanse muziek, funk, r&b, soul en hiphop. Al zijn het dit keer vooral covers, zoals I Got Dreams van Otis Redding, Santana’s Samba Pa Ti (met trompettist Roy Hargrove), James Brown’s Cold Sweat en Baby I Love You van Aretha Franklin (met Dianne Reeves).
Een ogenschijnlijk vreemde eend in de bijt is Dil Main Chuppa Ke Pyar Ka, titelsong van de Indiase filmkraker Aan (1952). “Bollywood was hier eerder dan Hollywood. Aan heb ik als kind wel tien keer gezien, heerlijk, elke keer weer delfde het kwaad het onderspit.”
Speciale plekjes op Oyo zijn ingeruimd voor de in 1973 gestorven zangeres Bella Bellow uit Togo en voor Miriam Makeba, de in 2008 overleden koningin van de Afrikaanse muziek. Makeba was een vriendin en rolmodel. “Zonder haar was ik niet geworden wie ik nu ben. Meisjes die optraden, dat waren junkies of hoeren. En dus onhuwbaar. Maar toen kwam Miriam, en zag ik dat het wél kon. Ik besloot hetzelfde te gaan doen. Mijn sekse zal nooit bepalend zijn voor wat ik doe, net zo min als mijn huidskleur.”
Sinds 2002 is Kidjo Unicef-ambassadeur. Ook runt ze stichting Batonga, die zich inzet voor onderwijs van Afrikaanse meisjes. Onlangs was ze aanwezig bij de klimaattop in Kopenhagen om aandacht te vragen voor de extreme droogte in veel Afrikaanse landen.
Wil je Afrika helpen, stort dan geen geld, zegt de bevlogen diva, want het verdwijnt. Ga zelf het Afrikaanse veld in, zoals haar muziekvriend en medeactivist, de zanger John Legend onlangs deed. Natuurlijk zei Legend ‘ja’ toen Kidjo hem vroeg voor een duet in Curtis Mayfields Move On Up.
Zonder haar liberale en muzikale vader had ze artiesten als Curtis Mayfield nooit ontdekt. Dus droeg ze Oyo aan hem op. “Waar hij nu ook is, ik hoop dat hij deze plaat kan beluisteren, zodat hij ziet dat ik aan mijn muziekplicht heb voldaan.”

Angelique Kidjo, 31 januari, Grote Zaal 013, Tilburg

vrijdag 15 januari 2010

Spartelende lijven & stomende rock










(Brabants Dagblad, 14-01-10)

Spartelende lijven op pompende adrenalinerock

door Dieter van den Bergh

Hoe klinkt het menselijk lichaam als muziekinstrument? Bevreemdend, maar ook een beetje grappig, zo bewijzen drie muzikanten die zich aan het begin van de voorstelling nieuwZwart ritmisch mogen uitleven op weerloze naakte lijven. Met nieuwZwart leveren choreograaf Wim Vandekeybus en zijn ensemble Ultima Vez. wederom een spraakmakende dansvoorstelling af. Wat de Vlaming voor ogen had was een ‘rockconcert zonder in het cliché te vervallen van het bandje dat songs staat te spelen’, zo vertelde hij voor aanvang. Vandekeybus werkte eerder met muzikanten als Arno, Marc Ribot, David Eugene Edwards en David Byrne. Dit keer koos hij voor live-muziek van Mauro Pawlowski, onder meer gitarist van dEUS, die wordt bijgestaan door gitarist Elko Blijweert en drummer Jeroen Stevens. Hun hallucinerende, soms snoeihard pompende (stoner)rock werd de hartslag van een theatraal en poëtisch dansspektakel. De Vlaamse choreograaf selecteerde zeven nieuwe, frisse dansers, een internationaal gezelschap met drie vrouwen en vier mannen tussen de 17 en 21 jaar. Niet per se de beste dansers, maar de meest geschikte voor deze energieke show. “Ik wilde enkel nieuwe bewegingen”, aldus Vandekeybus. Om zijn dansers zo veel mogelijk creatieve vrijheid te geven en zo min mogelijk te beïnvloeden repeteerden ze twee weken in het donker. Donker is het ook bij aanvang van nieuwZwart, als de dansers in glinsterend gouden folie het podium opkronkelen. De knisperende folie, een inventieve vondst, speelt ook naar de climax toe een belangrijke rol.
Wat de kijker voorgeschoteld krijgt, is een apocalyptisch universum, waarin dolende, vaak gekwelde wezens hun oerdriften niet kunnen bedwingen. De kijker wordt nog verder het moeras ingezogen door de duistere teksten van Peter Verhelst, indrukwekkend gedeclameerd door de Australische Kylie Walters, soms à la new wave-poëet Anne Clark. Walters is vanavond het gezicht van de vrouwelijke versie van nieuwZwart, want er is ook een mannelijk variant. Haar Engelse teksten zijn niet boventiteld, bewust niet, zo vertelt Vandekeybus, “want je hoeft niet elk woord letterlijk te nemen, het gaat om associaties.” Associaties met de menselijke evolutie, met voorplanting, geboorte en dood liggen voor de hand in dit existentialistische stuk, waarin de primitieve dierlijke instincten heersen. Dansers kronkelen als larven en rupsen over elkaar, kreunend en hijgend, ze springen als bokken en sprinkhanen rond, spartelen spastisch als een vis op het droge of een schilpad zonder schulp. Ze huppelen rond als naïeve kinderen, omhelzen elkaar liefdevol, maar gaan zich even later even gemakkelijk te buiten aan agressief gedrag en seksueel getinte uitspattingen.
“Het theater moet een andere planeet zijn, een stuk moet vervreemden, zonder per se te provoceren”, zegt Vandekeybus. In deze opzet is de Vlaming ruimschoots geslaagd met dit woeste, fysische spektakelstuk, vol jonge lijven die magistraal bewegen op overdonderde adrenalinerock.

NieuwZwart van Wim Vandekeybus/Ultima Vez en Mauro Pawlowski, gezien 12 januari Chassé Breda. Te zien, 26 januari Theaters Tilburg, 20.15u. Met om 19.15u een inleiding. Ook te zien vanavond in Schouwburg Rotterdam, 20 januari Stadsschouwburg Utrecht, 22 januari Kunstmin Dordrecht.

maandag 11 januari 2010