maandag 21 juni 2010

Recensie Festival Mundial


lees Brabants Dagblad 21 juni!

maandag 14 juni 2010

Recensie Arno Mezz



Gezien: Arno, 11 juni Mezz, Breda.

Arno schreeuwt zichzelf naar grote hoogten

door Dieter van den Bergh

(BN De Stem 12 juni) De een gaat met (pre)pensioen, de ander wandelt naar Santiago of past op zijn kleinkinderen. Arno Hintjens (Oostende 1949) dus niet. Deze junkie van de taal, muziek en podium geeft zijn rock ’n roll-carrière juist een extra boost. ‘Music is the dope’ immers, ‘so let’s get stoned!’
Arno staat midden in het leven, zo maakte hij al duidelijk met het recente ‘Brussld’, zijn beste soloplaat in 25 jaar, maar ook vlammend op de bühne van de stijf uitverkochte Mezz.
Voor wie het flamboyante Vlaamse popicoon met de schorre stem niet kent: denk Gainsbourg, Waits, Beefheart, Adamo, Rotten, Brel, maar dan in één, en toch op en top Vlaams. Waar collega’s na veertig jaar rocken lekker akoestisch het theater in gaan, is podiumbeest Arno geen greintje milder geworden en presteert bijna het onmogelijke, zo bleek in Mezz; hij rockt nog als een new wave-kid. De ingrediënten van zijn dampende Frans- en Engelstalige stamppot: chanson, hoempa, reggae, tango, gruizige funkrock en electro (met vooral dank aan zijn oude partner in crime, toetsenist Serge Feys), en sinds ‘Brussld’ ook Arabisch gekruid, zoals in ‘Ça Monte’. Zelfs het oude ‘Watch out boy’ krijgt nu een Arabische touch. Al begon hij in Breda gewoon in het Vlaams in ‘Brussels’, een hommage aan de ‘absurde’ metropool en aan haar inwoners: ‘Linda, Mustapha, Jean-Pierre, Fatima, Michel & Paul, Les Flamands et les Wallons’.
De peetvader van de Belgenpop en Ridder in de Franse Kunsten en Letteren strompelt en bromt, spuugt, rochelt en hijgt het beste uit zichzelf naar boven in liedjes over katers (‘Black Dog Day’), vrouwen (‘Ginger Red’), lichte zeden, sukkelaars en andere helden. Zingen, daar doet de Brusselaar niet aan: hij schreeuwt of praatzingt.
Ook put hij uit jaren tachtig-repertoire van zijn oude, invloedrijke band TC Matic, zoals de harde waveklassiekers ‘Oh La La La’ en ‘Putain Putain’, maar daar tegenover staan intieme kippenvelsongs als ‘Quelqu’un a touché ma femme’ en ‘Elle pense quand elle danse’, dat werd geschreven, zo vertelt hij, voor een van zijn tienerzonen. Liedjes die zo kunnen worden opgenomen in de Franse chansoncanon. Arno Hintjens is nog immer een veelzijdig fenomeen, van een kaliber dat we in Nederland niet kennen.