zaterdag 23 oktober 2010

HZT: Shakespeare's Strandfeest


lees recensie brabants dagblad 23 oktober

of hier

woensdag 13 oktober 2010

Debuut Dautzenberg: niet voor tere zielen


lees interview Brabants Dagblad 13-10









Enfant terrible der Tilburgse letteren

Anton Dautzenberg brengt bundel vol ontregelende verhalen. In november staat de Tilburgse schrijver op literatuurfestival Crossing Border in Den Haag.

door Dieter van den Bergh

Een waarschuwing vooraf: A.H.J. Dautzenberg is géén ‘voorstander van gezelligheid’. “Ik ben er niet om het mijn lezers gemakkelijk te maken”, vertelt de auteur. In de dertig verhalen, gebundeld in prozadebuut ‘Vogels met zwarte poten kun je niet vreten’, gaat de Tilburger op geheel eigen wijze op zoek naar andere werkelijkheden om het banale, dagelijkse leven te ontstijgen. Het boek, uitgebracht bij de gerenommeerde Uitgeverij Contact, wordt vrijdag in Tilburg gepresenteerd.
Een zakenvrouw die tijdens een vergadering wordt ontvoerd door eskimo’s, de schrijver die plots in een van zijn eigen verhalen stapt, een clubje kompels dat uit het niets opdoemt; het kan zomaar in het mystieke, door schrijvers als Reve, Kafka en Camus geïnspireerde universum van Dautzenberg.
Ingewijden kunnen Anton Dautzenberg (1967), getogen in Heerlen, vanaf zijn 18e woonachtig in Tilburg, kennen als de tegendraadse Troy Titane, zijn inmiddels overleden alter ego, verantwoordelijk voor de absurdistische bundel ‘Op verzoek van Ruud Vreeman’. Toch voelt de schrijver zich niet helemaal thuis in ‘absurdistisch’ Tilburg. “Het absurdisme hier is vooral leuk en lollig. Dat staat me tegen. Net als de gezellige worstenbroodjescultuur. Ik ben aanhanger van het filosofisch absurdisme. Dat schuurt, en gaat over existentiële vragen.”
Dautzenberg maakt zijn naam als enfant terrible van de Tilburgse letteren in zijn verhalenbundel meer dan waar. Hij verwart, en zoekt voortdurend de grenzen op. Het ene moment ontroert hij met tedere verhalen over een avondje bejaardenbingo of over een einzelgänger op Vlieland, het andere moment leef je mee met een meisje van dertien dat met grote gretigheid wordt gestenigd, een hoerenloper die kickt op terminaal zieke prostituees, een zoon die seksuele gevoelens heeft voor zijn vader of een ‘American psycho’ die in de weer is met een bewusteloze vrouw. Gruwelijke verhalen soms, maar vaak bloedstollend mooi opgeschreven. Dan hebben we het nog niet gehad over de lichaamssappen die rijkelijk vloeien en over ‘kletsmajoor’ Bosshardt die met een kruisbeeld wordt ontmaagd.

Moet dan nou, zullen mensen zeggen, bovendien; shockeren is zó passé….
“Ik ben geen provocateur, provoceren is geen doel. Het blijkt dat sommige mensen vinden dat ik grenzen overschrijd. Ik ervaar dat niet zo. Ik wil de lezer een andere bril opzetten. Lichamelijkheid is vaak een goed motief om het thema te duiden. Het verhaal van Majoor Bosshardt is een allegorie op de naïviteit van geloof. Als het om de islam gaat is iedereen hypergevoelig; die mag je niet beledigen. Een katholiek icoon wel? Je kunt het zien als een aanklacht tegen het geloof, maar duiden laat ik graag aan de lezer over.”

Sommige verhalen werden eerder gepubliceerd, zoals Suikerfeest, in het tegendraadse Propria Cures, dat het haar ‘meest vieze gastbijdrage ooit’ noemde. Veelzeggend…
“Ik begrijp daar niks van. Het is een liefdevol verhaal waarin een oudere man seks heeft met een dertienjarig meisje. Vol verwijzingen naar Roman Polanski, maar dat ontgaat velen.”

Een groep die vaker terugkomt in je verhalen zijn ‘de negers’. Een boer begint met zwarte slaven een plantage in de Achterhoek, een jongen krijgt een doos met negers kado.
“'Neger’ is zo’n zwaar beladen term, daar speel ik mee, net als met de Duitse taal. De connotatie vind ik fascinerend, er resoneert zoveel mee. Het verschil tussen zwart en wit en rassen heeft voor zoveel miscommunicatie en tragiek gezorgd. Begrijp me niet verkeerd; ik vind het zeer kwalijk zaak dat een man als Wilders salonfähig is geworden, ongelooflijk dat zo iemand gedoogd wordt.”

Toch zullen sommige mensen aanstoot nemen aan je verhalen.
“Ergens aanstoot aannemen hoeft niet verkeerd te zijn, dat kan reinigend werken. Ik werd gister geïnterviewd door een journaliste van de VPRO-gids, ze was lyrisch, al had ze zich aan sommige verhalen kapot geërgerd. Dat zie ik als een groot compliment. En zij was op haar beurt blij dat ze zich weer ’s een keer geïrriteerd had.”

Boekpresentatie ‘Vogels met zwarte poten kun je niet vreten’ (Uitgeverij Contact, 297 pagina’s, ISBN 9879025435578), vrijdag 15 oktober, 20 uur, boekhandel Livius, Nieuwlandstraat 56, Tilburg, gratis toegang.
Op 20 november staat A.H.J. Dautzenberg op Crossing Border.


dinsdag 12 oktober 2010

Zilver: Rowwen Heze weer op zwarte goud


lees recensie BN De Stem 12-10









Rowwen Hèze - Zilver
(RHAM/Rough Trade)

Vijfentwintig jaar Rowwen Hèze. Het begon eigenlijk allemaal met het geëngageerde carnavalslied ‘Niks stront niks’, een aanklacht van de band uit het kleine America tegen grote broer Horst, die de aandacht trok van Van Gewest tot Gewest. De protestpolka is terug te vinden op het dubbele jubileumalbum ‘Zilver’, naast de vijf andere songs van het titelloze debuut van de Noord-Limburgse dialectband, destijds ook nog Los Limbos genoemd. Hieronder de oerversie van nederpopklassieker ‘De Peel in Brand’ en het mooie, onderschatte ‘De Brug’. Op de andere cd zes nieuwe songs die refereren aan de oude liedjes. ‘America dat stiet’ werd ‘America’ (op een bedje van Balkanblazers!), ‘Wakker vur de wekker’, ook al op een lichte balkanbeat, is een knipoog naar ‘Wakker Wère’ en ‘Mier, steeds mier’ is een remake van ‘Niks stront niks’, waarin zanger/songschrijver Jack Poels terugblikt. Het is de enige song die gemist kan worden op dit aardige tussendoortje. Aardig ook omdat het ook is uitgebracht op vinyl, net als destijds het in beperkte oplage uitgebrachte debuut, inmiddels een waar collector’s item.

Dieter van den Bergh

donderdag 7 oktober 2010

Kees Meerman doet het in eigen magazijn


lees interview in BN De Stem 7 oktober










Lachen, ondanks alle ellende

Een maand lang geeft de Nederlandse cabaretier Kees Meerman drie keer per week een ‘schurende’ onemanshow in Magazijn Kees, zijn eigen ‘kot op Antwerpen Zuid’.


door Dieter van den Bergh

Een paar jaar geleden kocht Kees Meerman een vervallen fabriekje in Antwerpen Zuid. “Een ruïne”, aldus de theatermaker, muzikant en cabaretier. Hij knapte het magazijn op tot ‘spannend huis’, met een woongedeelte en een theaterzaal voor zeventig bezoekers. Vorig jaar september trad de Nederlander er een maand lang op met zijn voorstelling Ontketend. Omdat de mensen maar bleven komen werd er nog een maand aan vast geplakt. Deze maand gaat Ontketend in zijn eigen ‘kot’ nóg een maand in reprise, drie keer per week, op donderdag, vrijdag en zaterdag.
De inspiratie voor de muzikale onemanshow, zijn zevende, haalt Meerman grotendeels uit zijn eigen leven. In een mix van stand-up comedy, dans en live-muziek hangt hij schaamteloos de vuile was buiten. “Het is een vrij heftige, persoonlijke show. Over dat ik lang geen relatie kon krijgen bijvoorbeeld, en over de echtscheiding van mijn ouders.”
Meerman is ook niet vies van actueel engagement, onder meer extreem-rechts moet het ontgelden. Met zijn vorige show In het hol van de leeuw haalde hij de woede van nationalisten op de hals vanwege het affiche, waarop de cabaretier de Vlaamse leeuw van achteren neemt.
“Ik ben geen flauwe grappenmaker”, zegt Meerman. “Ik gebruik humor als glijmiddel, om mijn verhaal verteerbaar te maken. Mijn grappen schuren, doen pijn. ‘Humor ist wenn man trotzdem lacht’, zeggen de Duitsers. Humor is wanneer je ondanks alle ellende lacht.”

Kees Meerman (1972), geboren en getogen in Leiden, deed in Nederland een paar jaar toneelschool en conservatorium. Op zijn 23e vertrok hij voor een rol in een musical van het Koninklijk Ballet Vlaanderen naar Antwerpen. Hij is er niet meer weggeweest. Al viel het hem in het begin soms zwaar om ‘Ollander in Antwerpen’ te zijn. “Antwerpenaren vinden Hollanders niet altijd even leuk. We hebben ons berucht gemaakt met ordinaire vrijgezellenfeesten, met dronken jongeren die tegen de kathedraal pissen.” Maar volgens Meerman zit er ook een stukje kift bij. “De Vlaming voelt zich soms het stiefbroertje van de Nederlander. Wij hebben het beter voor elkaar dan zij, vinden ze, zij zitten bijvoorbeeld met maar een half land.” Meerman heeft er zelf nog nauwelijks last van, al wordt hij ‘pisnijdig’ als hij wordt uitgescholden voor Hollander.
Meerman de Hollander is een van de best bewaarde theatergeheimen van Vlaanderen. Deels door eigen toedoen, jarenlang meed hij de publiciteit. “Ik wilde niks met commercie en al die toestanden te maken hebben, dacht: met mond-tot-mondreclame krijg ik wel de juiste mensen binnen.” Maar omdat ook de huur betaald moest worden, pakt Meerman - die onder meer bijbeunt als vertelstem van peuterserie Bumba - het tegenwoordig anders aan. Al zit een deel van het publiek er nog steeds dankzij mond-tot-mondreclame. Een enorm divers publiek, volgens de cabaretier. “Voor iedereen zit er wel iets in; voor mijn volkse overbuurman én voor de kritische cabaretfan.”
Naast cabaretier is Meerman zanger/muzikant, in sferen à la Tom Waits en Leonard Cohen. Vijf Nederlandstalige cd’s nam hij op. De laatste werd in augustus opgenomen in een tot studio omgebouwd Magazijn Kees, met muzikanten als drummer Joes Brands, contrabassist Dominique Osier (o.a. Guido Belcanto) en percussionist Kobe Proesmans (Gabriel Rios, Zita Swoon). De cd - Wanhoop. Puinhoop. Hoop - had deze week gelanceerd moeten worden, maar de mastering is nog niet afgerond. “Een goede reden om naar de show te komen”, lacht Meerman, “bijna alle liedjes zitten erin.”

Data: 1, 2, 7, 8, 9, 14, 15, 16, 21, 22, 23, 28, 29, 30 en zondag 31 oktober
Locatie: Magazijn Kees, Lange Elzenstraat 39, Antwerpen Zuid. Aanvang: 20.15 uur. Entree: 10 euro (vvk), 12 euro (deur). Reserveren: kern@stad.antwerpen.be, 03 / 821 01 36.
www.keesmeerman.com

vrijdag 1 oktober 2010

Alex Agnew praat


zie UITgids BN De Stem 30-09
of klik hieronder










Alex Agnew lacht met iedereen

Moslims, joden, christenen; niemand wordt gespaard in de shows van Alex Agnew (Antwerpen 1973). De in Vlaanderen razend populaire stand-up comedian treedt begin oktober in West-Brabant op. “Spijtig dat je in Nederland niet meer kunt zeggen wat je wil.”

Dieter van den Bergh

Een aardig wapenfeitje: begin volgend jaar sta je in je eentje drie keer in een uitverkocht Sportpaleis in Antwerpen. Voor 36000 fans…
“Krankzinnig hè. Het begon als een dronken plan op café. Om te vieren dat ik tien jaar op het podium sta, wilde ik iets bijzonders doen. Toen kwam ik op het Sportpaleis, stel je ’s voor… We zouden het lang niet vol krijgen, maar met héél véél reclame zouden we misschien een eind komen. En kijk ’s aan nu... drie keer volle bak. Ik ben de eerste comedian die die gigantische arena bespeelt. Er zullen er meer volgen.”

Want stand-up comedy is, net als in Nederland, hot in Vlaanderen. “Ja, stand-up beleeft de laatste vijf jaar een enorme boom, mede dankzij allerlei tv-programma’s. Voorheen moest je uitleggen wat je deed, nu is stand-up comedy opgenomen in het nationale bewustzijn. De mensen zijn er klaar voor.”

Ook in Nederland, zeker in de grensstreek, sta je voor goed gevulde zalen.
“Ja, dat verbaast me. Kort na 2003, toen ik het Leids Cabaret Festival won, heb ik veel in Nederland gespeeld. Daarna een tijd niet, en nu staan de mensen weer in de rij, al ben ik nog geen Wim Helsen. En ik moet er niet over liegen: het is deels vast een overloop van Belgen. ‘Alles is uitverkocht, dan gaan we wel in Nederland kijken’, denken ze.”

Je begon als pure entertainer, maar werd gaandeweg geëngageerder.
[Lachend] “Ik ben nog steeds geen activist hoor, maar ben me drukker gaan maken om sommige zaken. Bijvoorbeeld over religie. Vooral fundamentalisme, uit welke hoek dan ook. Daarover heb ik echt iets te melden, en dat heeft niets met etniciteit te maken. Ik woon in Antwerpen tussen de Turken, joden en Marokkanen, er is niets mis met die mensen. Het gaat om de fanatieke maniakken, die verkloten het voor iedereen. Dat je in sommige culturen als homo vervolgd kunt worden, of als vrouw gestenigd omdat je hand in hand hebt gelopen met iemand anders dan je eigen man, dat vind ik toch een tikkeltje achterhaald.”

In Nederland durven cabaretiers geen grappen meer over de islam te maken.
“Ja, spijtig dat je niet meer kunt zeggen wat je wil. Cabaretiers denken dat ze daadwerkelijk gevaar lopen. Ik kan daar niet goed over oordelen, de sfeer bij jullie is sinds de moord op Theo van Gogh natuurlijk veranderd. Niemand gaat bij mij vrijuit, ook de moslims niet, maar ik heb daar in Vlaanderen geen grote problemen mee. Je hoeft ook niet per se te beledigen of te kwetsen, de grap moet gewoon zo goed zijn dat ook moslims er zelf om moeten lachen.”

Je zoekt soms bewust de controverse op, zo lijkt het. Patrick Janssens, jullie burgemeester, ‘zuigt de joden in de stad de lul af’, zei je in een show.
“Ik zeg dat niet om te shockeren, ik vind dat echt zo. Ik stoor me eraan dat een bepaalde bevolkingsgroep meer mag dan een andere. Waarom mogen moslims geen hoofddoek dragen en joden wel een keppeltje? Heb je kritiek, dan ben je antisemiet. Hetzelfde met Israël, terwijl dat land buitenproportioneel geweld gebruikt. Alles wat Arabisch is, staat voor terreur, Israëliërs zijn slachtoffers. We hadden laatst een relletje met politicus Karel De Gucht. De invloed van de joodse lobby in de VS is niet te onderschatten zei hij, en ‘zelfs met een gematigde jood is het niet makkelijk om over Israël een rationeel gesprek te voeren’. Hij is aangeklaagd voor antisemitisme. Dat gaat veel te ver, waarom mag je dat niet zeggen?”

Ook de Hollanders krijgen er van langs in je show.
“Ja, jullie meninkjescultuur. Je hoeft de Nederlandse tv maar aan te zetten of jullie zitten te praten en debatteren. De Nederlander heeft overal wel iets over te zeggen, ook al weet hij er niets van.”

Moet je concessies doen in Nederland? Grappen over joden liggen ook hier gevoelig.
“Grappen over bepaalde religieuze bevolkingsgroepen, daar verander ik niets aan. Ik heb het lak aan politieke correctheid. Als het wat moeilijker gaat, dan gaat het maar wat moeilijker, ik blijf graag eerlijk tegenover mezelf.”

More Human than Human, Alex Agnew, 1 en 2 oktober (2 oktober uitverkocht), De Kring (uitverkocht), 6 oktober Chassé Breda, 8 oktober Kalmthout, 15 oktober Terneuzen.
www.alexagnew.be