vrijdag 22 april 2011

Holllandse zoektocht naar Holy Grail

Interview Owen Schumacher en Paul Groot in UITGids






Spamalot: ook voor musicalhaters

De (anti-)musical Spamalot werd schaamteloos afgekeken van de film Monty Python and The Holy Grail. Vanaf woensdag 27 april is de voorstelling negen keer te zien in Chassé in Breda. Gesprek met hoofdrolspelers Owen Schumacher en Paul Groot, bekend van Kopspijkers en Koefnoen.

Door Dieter van den Bergh

“Kom op jongens, jullie zitten niet op de camping, maar in een zaal met tweeduizend man!” De begeesterde coach Dick van den Toorn jut zijn spelers op. “Dit kan overtuigender!” Johnny Kraaijkamp Jr, alias Koning Arthur, richt zich opnieuw tot de spiegelwand. Vol overdreven overgave: “Oh, gij! Gij zijt het! Gij heeft hem gevonden. Staat op ridders, we hebben de graal!” Zijn medespelers Pepijn Gunneweg, Owen Schumacher, Paul Groot, Linda Wagenmakers en Bob Stoop (zie kader) barsten uit in een lied om de vinder te prijzen.
In een studiocomplex op een troosteloos industrieterrein in Amsterdam Sloterdijk wordt de sleutelscène van de musical Spamalot gerepeteerd. “Dit is nou polderglamour”, lacht Paul Groot even later in de pauze, als hij met zijn collega Owen Schumacher een broodje eet in de eenvoudige bedrijfskantine.
De gevierde cabaretiers Schumacher en Groot spelen hoofdrollen in Spamalot; een parodie op de legende van Koning Arthur en gebaseerd op de filmcomedy Monty Python and The Holy Grail uit 1975. Schumacher (1967) is Sir Lancelot, een Franse bewaker, een ridder van Ni en Tim de Tovenaar. Groot (1967) speelt onder meer The Black Knight en Sir Galahad en een cameo ‘namens’ Willem Nijholt.

Dachten jullie niet: waar beginnen we in godsnaam aan? Je mag overal aankomen, maar niet aan Monty Python.
Schumacher: “Nee, ik had het stuk al eens in Engeland gezien, en vond dat erg goed. Paul is ook gaan kijken. In het buitenland heeft het stuk zich al uit-en-te-na bewezen. Bovendien is de film door Python Eric Idle heel doelbewust bewerkt tot musical. Alle Monty Pythons moesten hun goedkeuring geven aan deze versie, en dat deden ze ook.”
Groot: “De stem van God wordt bij ons vertolkt door Herman Finkers. In Engeland was dat John Cleese. En echt niet alleen omdat hij zijn alimentatie moet betalen.”

We kennen jullie als imitators en cabaretiers, niet als musicalsterren.
Groot: “Nee, ik heb wel wat bescheiden ervaring, maar heb nooit op zo’n grote schaal gezongen en gedanst. En zeker niet naast mensen als Linda Wagenmakers en Johnny Kraaijkamp. Voor mijn rol was een straffe bariton vereist, ik moet vol aan de bak. Ik heb een jaar zangles gehad, maar nog is het flink aanpoten. Als ik te ver ga in mijn enthousiasme, heb ik de dag erna geen stem meer.”
Schumacher: “Ik heb helemaal geen musicalervaring, maar heb dan ook vooral een groot schreeuwaandeel.”

Hoe was jullie kennismaking met Monty Python?
“Ik was al twintig toen het muntje viel. Daarvoor had ik John Cleese leren kennen via Fawlty Towers. Vooral om zijn lichaamstaal moest ik erg lachen. [Doet Cleese na] Just checking the walls, dear!. Erg geestig en volstrekt uniek.”
Schumacher: “Mijn moeder is Engels. Ze zat altijd aan de radio gekluisterd als The Goon Show kwam, een inspiratiebron voor de Pythons. Later moest ze ook erg lachen om Monty Python. Ze maakte me nieuwsgierig en rond mijn veertiende ben ik The Holy Grail gaan kijken. Met stijgende verbazing heb ik zitten kijken; dat dit mág, die brutaliteit! Als ik ooit zelf zoiets zou kunnen doen, dan zou dat geweldig zijn, dacht ik toen al.”

Albert Verlinde is producent van Spamalot. Ondertussen maakt hij volop reclame in zijn tv-programma. Een aparte dubbelrol, niet?
Groot: “Ja, wel een beetje raar natuurlijk. Net zoals Henk van der Meijden destijds in de Privé zijn eigen producties aanprees. Van de andere kant neemt Albert risico’s. Wat niemand op de planken durft te zetten, doet hij wel. Hij is enorm gedreven en wat hij doet heeft vaak kwaliteit, dat is voor ons het belangrijkste.”

Wat is er zo goed aan Spamalot?
Groot: “De hele queeste naar de heilige graal is een aaneenschakeling van absurde sketches. Neem het moment dat ik, The Black Knight, mijn armen en benen verlies, maar alles blijf ontkennen.”
Schumacher: “Het is een briljant spel met de wetten van de musical. Het ene moment sta je op een vier meter hoge kar met een bezemsteel waar de vlammen uitkomen, op het andere moment sta je als ridder te tapdansen.”
Groot: “Ja, er zitten veel verwijzingen in naar musicals als Singing In The Rain, The Phantom en West Side Story.”

Voer dus voor de echte musicalfan, ook gezien de cast met sterren als Linda Wagenmakers en Johnny Kraaijkamp jr.?
Groot: “Maar ook juist voor de musicalháter. Die mist misschien de verwijzingen, maar er zitten voor hem genoeg belachelijke scènes in die het leuk maken.”
Schumacher: “Alles rond musical wordt in het belachelijke getrokken. In Engeland is gebleken dat mannen die nog niet met een stok naar een musical te krijgen zijn, hier maar al te graag met hun vrouw heen willen.”

Jullie spelen veel dubbelrollen. Het is één groot verkleedpartijtje.
Groot: “Ja, héérlijk. We gebruiken meer dan tweehonderd kostuums.”

Altijd al ridder willen worden?
Schumacher: “Ja, als klein kind speelde ik al riddertje. Op mijn 44e verjaardag hebben we de ridderpakken uitgeprobeerd, en zijn we op bezemstelen door de tuin gaan galopperen. Zelden zo’n leuk verjaardagsfeestje gehad!”
Groot: (lachend) “Ja, voor ons is dit puur recreatief werk. Eindelijk hoeven we eens niet na te denken, maar kunnen we gewoon lekker spelen.”

Spamalot, 27 april t/m 5 mei, Chassé Breda.