donderdag 1 november 2007

interview Esma Redzepova (Skopje 2001)




Esma Redzepova is de zigeunerkoningin van de Balkan. Op veertienjarige leeftijd was ze een nationale ster in Joegoslavië, dik veertig jaar later zijn haar passionele levensliederen nog steeds populair, ook in het Westen. Afgelopen najaar zocht het Brabants Dagblad de diva op in haar woonplaats Skopje, Macedonië.

Door Dieter van den Bergh
In Skopje weet iedereen waar Esma Redzepova woont. Zo ook de taxichauffeur die ons in rap tempo naar haar paleisje op de heuveltop loodst. De plek biedt in de blakende herfstzon een prachtig uitzicht over Topana, een kleurrijke wijk met Turkse bazaars en koffiehuizen, orthodoxe kerken en Albanese moskeeën. Uit de minaretten schalt de oproep voor het middaggebed. Aan de andere kant van de heuvel ligt Suto Orizari, met veertigduizend Roma de grootste zigeunergemeenschap van Europa. Dit is de multiculturele smeltkroes Macedonië in een oogopslag. In de hoofdstad van het arme Balkanstaatje is weinig te merken van een naderend etnisch conflict, al verraden patrouillerende KFOR-militairen de sluimerende spanningen.

De oude, riante villa van de zigeunerdiva ademt de sfeer van vervlogen tijden. Het trappenhuis is versierd met folkloristische poppen en nostalgische posters van Esma en Stevo Teodosievski, haar twee jaar geleden overleden ontdekker en echtgenoot. In de huiskamer prijkt de Macedoniër Alexander de Grote met pal daarnaast een afbeelding van Esma. Van bescheidenheid heeft de goedlachse zigeunerzangeres geen last: ‘Ik ben nu eenmaal de beste zangeres van de Balkan’. Niet dat ze ongelijk heeft; haar imposante vibrato-stem is uniek. Mede dankzij deze stem groeide Esma Redzepova uit tot een welgestelde diva. En daar gedraagt ze zich dan ook naar. Door een hulpje wordt ze op haar wenken bediend en een privé-secretaresse neemt de telefoon op. Maar Esma heeft ook een barmhartige kant. In haar Home of Humanity, zoals ze haar huis noemt, ontvangt ze hulpbehoeftige Roma, die bij haar geld kunnen krijgen voor eten of medicijnen. Als ze straks dood is, vertelt ze, doneert ze haar hele hebben en houden aan het Roma-volk. ‘Nooit zal ik mijn afkomst verloochenen’. Het levensverhaal van Esma Redzepova (1943) is als een sprookje. Ze groeit op in een armoedig gezin in Skopje. Haar moeder is half Turks, half Roma, haar vader is een joodse vluchteling uit Tirana, die als schoenpoetser z’n geld verdient. In 1957 wordt de twaalfjarige Esma tijdens een talentenjacht op Radio Skopje ontdekt door de beroemde bandleider Stevo Teodosievski. Twee jaar later scoort ze haar eerste nationale hit Chaje Shukarije ('Mooi meisje'), nog steeds een Balkanhit in de popversie van Goran Bregovic. In 1960 vertrekt Esma met haar mentor Stevo naar hoofdstad Belgrado. 'Wilde je als artiest echt iets bereiken, dan moest je naar Belgrado’. In ’68 trouwt ze met Stevo, die twintig jaar ouder is. Volgens Esma was het de eerste keer dat in Joegoslavië een Roma-vrouw in het huwelijk trad met een gadjo, een niet-zigeuner. Het bruiloftsfeest was er niet minder om; het duurde zeven dagen en er gingen tweeëntwintig geroosterde schapen doorheen.
Dertig jaar lang trekt Esma met het Ensemble Teodosievski de wereld over. Van Amerika tot bakermat India, waar de zangeres ‘officieel’ wordt gekroond tot 'koningin van de zigeuners'. In '66 staat Redzepova - na Liza Minnelli - dagen achtereen in de fameuze Olympia in Parijs. In Joegoslavië is ze dan al jarenlang een superster en de persoonlijke favoriet van communistenleider Josip Broz Tito, die haar laat opdraven op tal van partijcongressen. Zo zingt ze onder meer voor Ghandi, Kadhafi en Nasser en staat ze op socialistische bijeenkomsten van Oost-Duitsland tot Zambia.
'Ik was Tito's lieveling', schatert Redzepova. 'Ooit werd ik tijdens een concert in Milaan met een helikopter opgepikt om eventjes te komen spelen op één van zijn feesten op een Joegoslavisch eilandje. Hij had echt alles voor me over.'
Mede dankzij Tito is Esma in socialistisch Joegoslavië een vooraanstaand notabele. Als ze in '89 van Belgrado naar Skopje terugkeert heeft ze vier miljoen mark op zak. De helft moet ze echter inleveren bij Slobodan Milosevic. De prijs voor de vrede, zegt Redzepova. Om in 1991 zonder bloedvergieten onafhankelijk te kunnen worden heeft Macedonië veel goud, geld en wapens in moeten leveren bij Milosevic, vertelt ze. Daarbij hoorde ook haar twee miljoen. ‘Jullie willen geen oorlog, zeiden de Serviërs, prima, maar dan pikken wij jullie spullen in’. Macedoniërs en Roma hebben veel gemeen, zegt Redzepova. Ze zijn beide liever arm dan dat ze oorlog voeren. Ook zijn ze allebei tolerant. Niet voor niets erkent Macedonië als enige land ter wereld de Roma als volk en als natie. Macedoniërs en Roma leven tegenwoordig zonder veel problemen samen, maar dat was vroeger wel anders. De Roma-diva heeft keihard moeten knokken voor haar rechten als zigeunervrouw. Ze was de eerste zigeunerartiest op de Joegoslavische radio en televisie en de eerste die de gelegenheid kreeg om haar Roma-trots uit te dragen. Dankzij Esma’s succes schaamden veel Joegoslavische Roma zich niet langer voor hun afkomst. Nu ze in het nabije Kosovo ziet hoe volkeren elkaar bevechten, is Esma meer dan ooit trots op haar volk. 'De Roma zijn het enige volk zonder land, nooit hebben we een land opgeëist. We zijn vrij van nationalisme, hebben nooit iemand onderdrukt en nooit oorlog gevoerd. Als er één groep recht heeft op de Nobelprijs voor de Vrede, zijn het de Roma.'


Bij het verlaten van Esma’s huis treffen we beneden in de wachtkamer vijf Roma-vrouwen. Ze hopen op een aalmoes van mevrouw Esma. Buiten, naast de Home of Humanity, staat in een karkas van een half afgebouwd huis een enorme pan soep te pruttelen. Voor eenieder die honger heeft. Op deze plek moet binnenkort een museum verrijzen, ter ere van veertig jaar Esma & Stevo. Honderden parafernalia heeft Esma verzameld, waaronder 78-toerensingles, gouden platen en foto’s met wereldleiders en internationale sterren. Eind april gaat het museum open, verzekert ze, ‘schrijf dat maar op voor de Nederlandse toeristen.’

Geen opmerkingen: