donderdag 1 november 2007

Het folkbal: volksdansen in nieuwe stijl voor jonge folkies

26 oktober 2005 - Het is al een rage in België, maar het fenomeen verspreidt zich nu ook over Nederland. Het ‘folkbal’, een avond met ‘folkdansles’ en live-muziek.
„Okay mensen, wat hier dreigt te gebeuren is dat de dansvloer op de ene plek steeds vol is en op de andere plek leeg. Een truc die je dan kan toepassen: laat de hand van je partner los en pak iemand anders vast. Het maakt niets uit of je dan manneke manneke of vrouwke vrouwke staat.“
Een woensdagavond in Café Wilhelmina in Eindhoven. In de achterzaal krijgt een zestigtal jongeren volksdansinstructies. „Hebben we hem allemaal door?“, vraagt de instructeur, „mooi, dan gaan we nu een bourréeke doen.“
De doedelzak- en trekzakspeler zetten een traditionele Franse bourrée in en manoeuvreren zich tussen de dansers door.
De stamgasten van Wilhelmina kijken allang niet meer op van de volksdansende jongeren in hun café. Sinds twee jaar organiseert het café maandelijks een folkbal, een initiatief van het Folkwoods-festival in Nuenen. Folkwoods organiseerde in Nederland de eerste folkbals-nieuwe stijl, voor de jonge generatie ‘folkies’. Inmiddels is er vrijwel elke week ergens in Nederland een bal. Het fenomeen folkbal (of ‘bal folk’ op z’n Frans) waaide over uit Vlaanderen, waar het rondreizende ‘Boombal’ al enkele jaren een rage is onder met name studenten. Een uitloper van de Vlaamse folkrevival eind jaren negentig, rond groepen als Laïs en Ambrozijn.
„Wat we in Nederland doen is geheel van de buren afgekeken“, zegt Wen Versteeg (24). De Eindhovenaar, baard, kilt, blote voeten, is een van de dansers in Café Wilhelmina. Enkele jaren terug ontdekte hij de folkmuziek en bijbehorende dansen op Folkwoods, sindsdien is hij verslingerd aan het ‘folkgebeuren’.
Versteeg organiseert zelf een bal in Nijmegen en werkt aan de website www.balfolk.nl, dat moet straks dé site voor de Nederlandse folkballiefhebber worden. Er is niets oubolligs aan folkbals, zegt hij. „De muziek is traditioneel maar met een experimentele inslag, het publiek is gemêleerd, zeker niet alleen geitenwollensokkentypes. Vooral jongeren die van dansen en gezelligheid houden.“
Op folkbals wordt niet gevolksdanst, maar ‘gefolkdanst’. Het verschil volgens Versteeg: „bij volksdansen gaat het meer om de techniek, bij folkbals om het ‘leuke dansen’, iedereen kan binnen tien minuten meedoen. Al moet je soms even een drempel over. „Het is even wennen om jezelf bloot te geven op de dansvloer, maar daarna wil je niet meer anders.“
In Café Wilhelmina, waar ouwe folkies als Ad ‘Watchman’ van Meurs en Bert ‘Dommelvolk’ Spin geamuseerd toekijken, blijkt hoe fanatiek de jonge dansers zijn. Wie denkt dat men bij de hoofdact van de avond, de Vlaamse ‘balband’ Madingma, met een biertje in de hand rustig gaat zitten luisteren heeft het mis: nu gaan echt alle remmen los en worden de walsjes, jigs, polka’s, mazurka’s en kringdansen nog uitbundiger gedanst. Haar danslustigheid leverden de folkdansers onder ‘luisterpubliek’ al de naam ‘dansmaffia’ op. Een ‘scheldwoord’ dat als geuzennaam werd geadopteerd.

Geen opmerkingen: