donderdag 1 november 2007

Terug in scheisse Shutka (reportage 1999)



Aan de rand van de Macedonische hoofdstad Skopje ligt Suto Orizari, ofwel Shutka, de grootste Roma-stad van Europa. Het is een vergaarbak van ex-gastarbeiders, asielzoekers en Kosovo-vluchtelingen. Sinds de Roma-zigeuners hun stad zelf besturen, is het zelfvertrouwen toegenomen. Toch dromen veel inwoners van een leven in het Westen.

Door Dieter van den Bergh / fotografie Joyce van Belkom

Suto Orizari, een zaterdagmiddag. In de warme najaarszon trekt een feestende optocht door de straten. Voorop zit een traditioneel gekleed jongetje versuft op een koets; hij is zojuist besneden. Een fanfare speelt oriëntaalse muziek om het moslimritueel te vieren. Mannen slachten koeien en schapen, het bloed loopt als een riviertje door de straten. Buiten tussen het zwerfvuil schrobben vrouwen hun tapijten; als het binnen maar schoon is. "De jungle van Skopje" wordt Suto Orizari wel genoemd door de Macedoniërs. In de wijk, op tien kilometer van de hoofdstad, hebben Slavische Macedoniërs weinig te zoeken. Shutka, zoals de wijk in de volksmond heet, is het domein van de Roma. Met veertigduizend inwoners is Shutka het grootste zigeunercentrum van Europa. "Little India" noemen trotse Roma hun stad. In het Westen werd de wijk bekend als decor van de bekroonde film Time of the Gypsies (1989) van Emir Kusturica. Net als in veel van zijn andere films trekt de Bosnische filmmaker alle stereotyperingen over zigeuners uit de kast; zuipend, schietend en stelend trekken zijn acteurs door het leven. Van Shutka maakte hij een armoedig getto met enkel bouwvallen. De huidige bewoners nemen het Kusturica nog steeds kwalijk. Hij heeft het imago van de zigeunerstad geen goed gedaan.

Zorgwekkend
In werkelijkheid is Shutka een redelijk ontwikkelde stad. De wijk, die in 1993 ontstond na de verwoestende aardbeving, vormt sinds vier jaar een zelfstandige deelgemeente van Skopje. Met een eigen gemeenteraad en een burgemeester en twee Roma-talige televisie- en radiostations. De criminaliteitscijfers zijn beduidend lager dan in Skopje en dronkaards of bedelaars tref je er nauwelijks. Bittere armoede is er wel, maar daar tegenover staat puissante rijkdom. Een villa met zwembad, fonkelnieuwe Mercedes, gouden sieraden versus tentenkamp, paard en wagen en kinderen met nauwelijks kleren aan hun lijf. De welgestelden vergaarden hun kapitaal veelal in Duitsland, de armsten kwamen nooit weg uit Shutka. De laatste jaren is het uiterlijk van Shutka flink verbeterd. Voor een groot deel dankzij Nezdet Mustafa, de eerste burgemeester, zesendertig jaar en geboren en getogen in Shutka. Het lukte hem bij de regering geld los te peuteren om de gebrekkige infrastructuur op te lappen. Er kwam asfalt, stromend water, telefoon, een kinderspeelplaats, een keurig stadsplein en een openluchttheater. Mustafa gaf de Roma een meer gestructureerde woonomgeving en daarmee meer zelfvertrouwen. Maar voor één ding kon hij niet zorgen: meer werkgelegenheid. De werkeloosheid in Macedonië, de armste ex-deelrepubliek van Joegoslavië, schommelt al jaren rond de veertig procent. De Balkan-republiek kon in 1991 zonder bloedvergieten onafhankelijk worden, maar betaalde daarvoor wel een hoge prijs aan Joegoslavië. Kaalgeplukt door het Milosevic-regime moest het land - met dik twee miljoen inwoners ­ aan een economische opbouw beginnen. Door de Kosovo-crisis e de spanningen in de rest van Joegoslavië verloopt dit maar moeizaam.




Hoewel heel Macedonië kampt met de economische malaise, is de situatie onder Roma, die officieel een kleine drie procent van de bevolking uitmaken, nog zorgwekkender. In Shutka heeft twintig procent van de bevolking werk. Roma krijgen vaak als laatste een baan en worden als eerste weer ontslagen. Met een minimale uitkering en wat small business op de zwarte markt proberen ze het hoofd boven water te houden. Duizenden mannen uit Shutka zochten ­ met en zonder gezin ­ hun heil de afgelopen jaren in West-Europa, voornamelijk in Duitsland. Daarnaast vroegen veel Roma-gezinnen begin jaren negentig in het Westen politiek asiel aan; de oorlog kwam wel akelig dicht in de buurt. Het grootste deel keerde de laatste jaren weer terug. Noodgedwongen. De asielzoekers werden teruggestuurd omdat hun land in de internationale gemeenschap als "veilig" te boek staat, de gastarbeiders omdat hun visa verlopen waren en plotseling niet meer werden verlengd. Shutka kreeg er in korte tijd weer duizenden inwoners bij.
Onder hen Nehru Zumberov. Hij is negenentwintig, maar oogt, zoals zoveel Roma zeker tien jaar ouder. Nehru spreekt vloeiend Duits, dat naast het Romani en Macedonisch in Shutka inmiddels de meest gesproken taal is. Hij werkte negen jaar als gastarbeider in Duisburg, twee maanden geleden werd hij met zijn gezin teruggestuurd. Een poging om door middel van kerkasiel een langer verblijf in Duitsland af te dwingen mocht niet baten. "Es ist nicht gut hier, Ich will zurück", zegt Samanta, de negenjarige van Nehru. Ze is in Duitsland geboren en spreekt vloeiend Duits, maar geen woord Macedonisch. Macedonië kent ze alleen van plaatjes. Ze huilt als ze aan Duitsland terug denkt. De familie Zumberov kreeg bij terugkomst een van de vele houten barakken aangeboden, die de Duitse regering liet bouwen voor teruggekeerde gastarbeiders. "Heel attent", zegt Nehru, "maar dit huis kan ik niet eten." Met een uitkering van tachtig mark moet zijn gezin rondkomen. De hoop op werk heeft Nehru opgegeven. "Er is hier helemaal niets en het zal nooit iets worden. Shutka is scheisse. Ik droom vaak dat ik een vogel ben en zo naar Duitsland kan vliegen." Slechts twee voordelen heeft Macedonië boven Duitsland zegt hij: het weer is beter en er zijn geen neo-nazis.

Vluchtelingen
Shutka kreeg de laatste jaren niet alleen te maken met teruggekeerde inwoners, maar ook met duizenden vluchtelingen. Sinds het uitbreken van de Kosovo-oorlog in april 1999 kreeg Macedonië een massale toestroom van vluchtelingen uit het buurland te verwerken. De Albanese Kosovaren zijn inmiddels teruggekeerd, de Roma uit Kosovo bleven. Ze worden door de Albanezen beschuldigd van collaboratie met de Serviërs en worden stelselmatig gediscrimineerd, mishandeld, zelfs vermoord. Vierduizend Kosovo-Roma streken neer in Shutka, dertig kilometer ten zuiden van de Kosovaarse grens. De meesten werden opgevangen in een vluchtelingenkamp van de UNHCR, anderen vonden onderdak bij gastgezinnen of trokken in leegstaande huizen. Verwacht wordt dat deze groep nooit meer terug kan. De bewoners van Shutka zijn niet blij met de komst van de vluchtelingen in hun toch al overbevolkte stad. "Ze pikken onze huizen in", zegt een man op straat. "En straks ook nog ons werk." Maar nog meer ergeren de bewoners zich aan de massale aanwezigheid van internationale hulporganisaties. Caritas, het Rode Kruis, Homos, Unicef; allemaal staan ze klaar voor de vluchtelingen. Daar tegenover staan slechts enkel vrijwilligersorganisaties die zich het lot van de autochtone bevolking hebben aangetrokken. "Het lijkt wel of iedere vluchtelingen een eigen privé-hulpverlener heeft", zegt een gezette Roma-vrouw kwaad. "Maar ons zien ze niet staan."

Spanningen
In Macedonië is officieel weliswaar geen oorlog, maar veel reden voor optimisme is er niet. De jonge Balkan-republiek bevindt zich sinds 1991 in een moeizaam proces van een communistisch naar democratisch systeem. Naast economische problemen levert dit ook toenemende etnische spanningen op tussen de christelijk-orthodoxe Macedoniërs en de islamitische Albanezen, de grootste minderheid. Een conflict dreigt. Het land wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de internationale gemeenschap. De NAVO, die in Skopje een uitvalsbasis heeft voor Joegoslavië, houdt in de Albanese wijk van de hoofdstad een oogje in het zeil. Datzelfde doen waarnemers van de OVSE bij de verkiezingen in Macedonië, ook in Shutka. Komend weekend wordt tijdens de tweede ronde van de gemeenteraadsverkiezingen bepaald of burgemeester Nezdet Mustafa nog vier jaar mag aanblijven. Dat hij wordt herkozen staat eigenlijk alvast. In de eerste verkiezingsronde haalde zijn Verenigde Roma Partij (OPRM) een ruime meerderheid, al zijn deze uitkomsten door de OVSE nog niet erkend. De sfeer in Shutka is vanwege de verkiezingen gespannen. Bij een villa met posters van de tegenpartij van OPRM zijn de ruiten ingegooid.

"Als het om politiek gaat, wordt iedereen hier een beetje nerveus", zegt Daniel Trpevski, cameraman bij het "onafhankelijke" Roma-talige televisiestation Sutel. De tv-zender draait op volle toeren. Ditmaal geen Miss Roma-verkiezingen of Indiase films, maar politiek. Propaganda voor de burgemeester, die tevens directeur is van Sutel. Ondanks de aanwezigheid van de OVSE verloopt de tweede verkiezingsronde in Shutka chaotisch. Er zou sprake zijn van onregelmatigheden en intimidatie. In een stemlokaal sneuvelt bij een vechtpartij tussen politici een stembus. Hoewel de uitslag officieel nog niet bekend (en erkend) is geeft Nezdet Mustafa een dag erna een persconferentie om zijn zege bekend te maken. Daniel Trpevski, zelf geen Roma, kijkt er niet van op. "Zo werkt een jonge democratie", lacht hij. Het volk weet wel wat een democratie is, alleen de politici niet." De Macedoniër drukt zich voorzichtig uit, hij heeft het wel over zijn baas."Wat Macedonië nodigt heeft zijn hersens. De politici gebruiken hun hoofd nu alleen om er mee naar de kapper te gaan." Daags na de verkiezingen vervalt Shutka weer in zijn normale leventje. De spanning is eraf. Nezdet mag blijven. Er trekt een bruiloftstoet door de straat en de handelaren zitten weer op achter hun koopwaar. "Hallo mein Freund! Wie heist du?", vraagt een sigarettenverkoper. "Ah Olandia, kun je daar geen vrouw voor me vinden die me hier kan weghalen? Ze hoeft echt niet mooi te zijn." Hij geeft een hand en schatert zijn gouden tanden bloot. Het antwoord weet hij al, maar ach, je moet altijd blijven proberen.

Geen opmerkingen: