donderdag 1 november 2007

interview Gabriel Rios (voorjaar 2005)

“Misschien ben ik wel een exotisch snoepje”

Met zijn zwoele latinpop zorgt Gabriel Rios voor een frisse wind in het Vlaamse muziekland. Maar ook in Nederland is de jonge Belgische Puertoricaan bezig aan een opmars. Hij staat deze zomer op Mundial, Pinkpop en Parkpop.

Een zonovergoten zaterdagmiddag. Over de Leie varen plezierbootjes met bierdrinkende studenten, de terrasjes in het oude centrum puilen uit. Gent geniet van de eerste warme lentedag. Terwijl Gabriel Rios zich op een steenworp van zijn studentenkot opmaakt voor de ‘fotoshoot’ schuift een zilveren cabriolet voorbij. Uit de stereo knalt Broad daylight. De bestuurder kijkt verbaasd op als hij de zanger van de zomerhit op straat herkent. “Het blijft weird,” zegt Rios, “om herkend te worden.” De sympathieke Gentenaar, type charmante latinboy, is een kersverse Bekende Vlaming. Het vervult hem met gemengde gevoelens. “Het gaat misschien allemaal een beetje te snel.”
Het levensverhaal van de 26-jarige Puertoricaanse zanger/gitarist blijft leuk om te vertellen. Geboren in San Juan, Puerto Rico, deels getogen in Los Angeles. Weer terug op het eiland wordt hij op zeventienjarige leeftijd verliefd op een meisje uit Gent. Rios gaat voor het ‘romantische avontuur’. Hij reist met zijn lief naar België, ‘het land van Jean-Claude van Damme en dEUS’. In Gent doorloopt hij de kunstacademie en speelt in Nothing Bastards en L.Santos, redelijk succesvolle rockbands, maar Rios wil meer. “Ik ben nogal ambitieus.” Hij neemt een demo op, producer Jo ‘Technotronic’ Bogaert pikt hem op. Uit de samenwerking vloeit in 2003 Ghostboy, een zwoel, lichtvoetig album met een hippe cocktail van salsa, hiphop, pop en dance. Een onverwacht Vlaams verkoopsucces. Zijn exotische crossover en nonchalante podiumact leveren hem de geuzennaam ‘Vlaamse Manu Chao’ op. Maar zijn muziek verraadt ook hoekige invloeden uit de dEUS-school. “Het was nooit de bedoeling een latinplaat te maken,” zegt Rios. “Ik had een demo vol rocksongs, maar zag in de studio al die techniek staan en besloot helemaal opnieuw te beginnen.” Rond die tijd herontdekte Rios de ‘muziek van vroeger’, de rauwe salsa van helden als Willie Colón en Ruben Blades. Met de lp Lo Mato van Colón onder zijn arm ging Rios terug naar de studio. Samples van deze plaat legde het fundament voor Ghostboy. “Het is niet alleen nostalgie, ook gewoon goeie muziek.”

Muziekvrienden
Ieder jaar reist Rios terug naar Puerto Rico, in december, om de kou te ontvluchten. Maar veel heeft hij niet meer met het Caribische eiland. “Ik vergeet vaak dat ik een latino ben. België is mijn thuis.” Rios werd volledig opgenomen in de Vlaamse muziekscene. In zijn negenkoppige ‘superband’ spelen muzikanten van Moiana, Novastar, El Tattoo del Tigre en Zap Mama. Hij werkte ook samen met ‘muziekvrienden’ als Arsenal, ’t Hof van Commerce en Flip Kowlier, met wie hij het kinderliedje Boerinneke van Buiten opnam, met Westvlaamse raps van Kowlier, Spaanse van Rios. De Gentenaar geniet van de erkenning, maar maakt zich ook een beetje zorgen. “Ik ben 26 en zit nu al in een comfortabele positie. Een beetje té comfortabel. Ik heb nog een hoop te doen. Misschien ben ik wel een exotisch snoepje, dat maar even houdbaar is. Daar ben ik soms een beetje bang voor.”
De Nederlandse interesse - mede dankzij zijn bijdrage aan de soundtrack van Theo van Goghs 0605 - komt zeer gelegen. Het is tijd voor een nieuw publiek, nieuwe uitdagingen. In het najaar volgt een theatertour en er wordt gewerkt aan een Zuid-Europese release. Een nieuwe plaat zit er voorlopig nog niet in, al heeft Rios een computer vol nieuwe ‘home made songs’. “Ik heb tijd nodig. De druk is groot om met weer een goed album op de proppen te komen. Ik zal eerst Ghostboy helemaal uit mijn hoofd moeten zetten. (lachend) Al valt dat niet mee, aangezien ik die liedjes nog elke avond moet spelen.”

Geen opmerkingen: