donderdag 8 november 2007

Flip Kowlier was in Mezz














Maar liefst vier maanden stonden ze dit jaar op één met het lieve liedje Kvraagetaan, de band Fixkes. Zonder het pionierswerk van ene Filip Cauwelier, beter bekend als Flip Kowlier, had waarschijnlijk nog nooit iemand gehoord van dit groepje, dat zingt in dialect, het Stabroeks om precies te zijn.

door Dieter van den Bergh

Het was Kowlier, die de dialectpop, het West-Vlaamse Izegems in zijn geval, cool maakte.
Zelfs de oude West-Vlaamse bard Willem Vermandere schijnt weer te mogen. Gisteren presenteerde troubadour Kowlier (Izegem 1976), de nieuwe Vlaamse volksheld, in de Mezz in Breda zijn derde plaat sinds 2001, De Man van 31, aan het Nederlandse publiek. Zijn derde soloplaat wel te verstaan, die volledig los gezien moet worden van zijn werk als vuilbekkende rapper in hiphopgroep ’t Hof van Commerce, de Vlaamse Jeugd van Tegenwoordig. Iedereen wil dolgraag met de lieve-liedjes-zanger Kowlier samenwerken, dus dat er een superband, ‘de Flip Kowliers’, met onder meer Lazy Horse op dobro en mandoline en toetsenist Peter Lesage op het podium staat, is geen verrassing. “Ik zal m’n best doen me zo verstaanbaar mogelijk te maken”, zei de ontwapenende Kowlier vooraf. “Zijn jullie eigenlijk allemaal Nederlanders?” Een vrij massaal ‘nee’ volgt. “Jammer, ik had even gehoopt dat dit mijn Nederlandse doorbraak zou worden.” Breekbaar, romantisch en persoonlijk zijn de kernwoorden om Kowliers nieuwe plaat te duiden. Dat hij de verstilde titeltrack koos als opener was veelzeggend. ‘En 't jinnigste dak spit van i/waarom zie kik nuot hin mensen mi/was da nu wil dak wilde, nin/moa kanne nimme erbehin’, zingt hij. Wat volgt is een relaxte, naar Neil Young, Dylan, dan weer naar Doe Maar of Nirvana neigende muzikaal hoogstaande potpourri van country, folk, reggae en rock en geestige intermezzo’s. “Het volgende liedje is weer vrij triestig, allez, het kan niet allemaal hoempapa zijn.” Soft? Dan maar een ‘sissy’ in de hiphopwereld, moet de Vlaming denken; ‘ne welgemeende fuck you en kust min kluoten’, zoals hij zingt in Welgemeende, gebracht in een hilarische, foute jaren tachtigmix, met het stevige De Grotste Lul Van ’t Stad, uit de soundtrack van de controversiële film Ex-Drummer, de enige echte rocknummers uit de set. Wat rest is een melige finale waarin Kowlier dolt en ouwehoert met het publiek, zich aan No Woman, No Cry en België van Het Goede Doel vergrijpt en waarin zijn inmiddels klassieke meezinger Min Moaten twee keer voor het juiste sentiment zorgt. De Flip Kowliers komen 22 november op herhaling in Nederland, als een van de smaakmakers van het Crossing Border Festival in Den Haag. Gaat dat beleven.

Geen opmerkingen: