donderdag 1 november 2007

interview fanfare Ciocarlia












16 mei 2007 -‘Gipsy’s delen hetzelfde muziekgevoel, het gaat vanzelf’

Constantin ‘Sulo’ Calin (39) speelt sinds elf jaar tuba in Fanfare Ciocarlia. De Roemeen vertelt over het nieuwe project van zijn succesvolle blaasorkest, ‘Queens & Kings’, met medewerking van tal van bekende Europese zigeuneracts.

door Dieter van den Bergh
Kende je oudgediende Balkan-sterren als Esma Redzepova en Saban Bajramovic al?
Ik had er nog nooit van gehoord, totdat we in 1997 voor het eerst buiten Roemenië gingen touren. We leefden te geïsoleerd vanwege het politieke systeem en door de geografische ligging van ons dorp.

Hoe was het om Joegoslavisch levenslied of Catalaanse rumba te spelen?
Dat ging vanzelf. Omdat we al eerder samen speelde met andere zigeuners, wisten we dat er een sterke connectie was. We zijn gipsy’s, delen dezelfde mentaliteit en hetzelfde muziekgevoel. We communiceerden in het Rromanes, Frans, Engels en met handen en voeten. De grootste uitdaging was: hoe klinkt onze orkaansound samen met Spaanse gitaren. Ofwel, hoe vind je een compromis tussen onstuimige Balkan- en gevoelige flamenco-ritmes? Wij moesten ons geluid soms flink dimmen, geen makkelijke opgave.

Acht jaar geleden bezocht deze krant jullie dorp Zece Prajini. Wat is er veranderd?
De straten zijn nu deels verhard. Er is telefoon, we hebben een zigeunerkerkje, er zijn huizen gebouwd. Het gaat beter, deels dankzij ons. Er komen tegenwoordig zelfs toeristen. Uit Japan, Argentinië, Duitsland, Engeland, zelfs uit Roemenië. Ze komen kijken hoe hun helden wonen. Soms muzikanten, om ons vervolgens te kopiëren. No chance!

Tot voorheen waren jullie onbekend in eigen land. Hoe is dat nu?
Zigeuners liggen niet zo lekker hier. Maar dat verandert langzaam. Vorig jaar speelden we in Boekarest. Dat was emotioneel. We hadden de hele wereld gezien, maar nog niet in eigen land opgetreden. Het concert, in de grootste zaal van de stad, was een succes, we werden enthousiast onthaald. Een enorme opsteker.

Staat er thuis veel nieuw talent te trappelen? Ook vrouwen?
Nee. De meeste jeugd verlaat het dorp om werk te zoeken in Spanje of Portugal. Sommige kids blijven. Een enkeling maakt muziek. En vrouwen, nee, die spelen geen muziek. Dat is de traditie in ons dorp en dat zal ook in de toekomst de regel blijven!

Geen opmerkingen: