Tjeerd Oosterhuis (Amsterdam 25 december 1971), zoon van dichter en ex-priester Huub Oosterhuis en oudere broer van Trijntje, is een van de meest gevraagde producers en componisten van Nederland. Als toetsenist en componist van de band Total Touch heeft hij nog steeds het best verkochte Nederlandse debuut (half miljoen verkochte exemplaren) op zijn naam staan. Drie jaar na dit debuut, in 1999, begon Oosterhuis in Amsterdam zijn eigen productiebedrijf DEMP en werkte sindsdien behalve met zus Trijntje met uiteenlopende artiesten als Candy Dulfer, Mathilde Santing, K-otic, Gordon, Roméo, Re-play, Hind, Alain Clark, Julian Thomas, Brace, Di-Rect, Trafassi en Henny Vrienten. Ook schrijft hij muziek voor radio, televisie, film en commercials. In deel 8 van De Muziekbeleving Van… een gesprek met Tjeerd P. (Pieter) Oosterhuis, die net twee nieuwe albums af heeft: eentje van zangeres Petra Berger en eentje van Edsilia Rombley, zijn kersverse vrouw.
“Ik ben bang dat het cliché ‘met de palepel ingegoten’ helemaal voor me op gaat. Mijn moeder, Josefien Melief, komt uit een groot gezin waar iedereen muziek speelde. Zelf speelde ze altviool en gewone viool. Ze heeft lang in het Nederlands Promenade Orkest gespeeld en heeft op latere leeftijd nog het conservatorium gedaan. Mijn vader speelt geen instrument, maar heeft wel een feilloos gevoel voor ritme en tekst. En hij kan een beetje zingen. Er stond altijd een piano bij ons thuis, ben daar al op jonge leeftijd op gaan pingelen. Zelf een beetje liedjes uitproberen. In de kelder stond een drumstelletje, daar mocht ik af en toe op slaan. Op mijn achtste ben ik voor het eerst op pianoles gegaan.”
Yesterday
“Mijn ouders hebben me muzikaal altijd erg gestimuleerd. ‘Nieuw liedje! Nieuw liedje!’ riep mijn vader altijd als ik met muziek bezig was. Speel zoveel mogelijk nieuwe liedjes, als je iets wil bereiken in de muziek, was zijn advies. Op mijn twaalfde kreeg ik een piano-songbook van The Beatles voor mijn verjaardag. Na het horen van Yesterday was ik verkocht. Ik wist toen zeker dat ik de muziek in wilde. Nu is er een piano-songbook van mijn eigen liedjes verschenen, best wel cool.”
Progressief
“Thuis werd veel muziek gedraaid. Sommige mensen denken dat we wel met religieuze muziek opgevoed zullen zijn. En met een kerkorgel. Dat is niet zo. Thuis werd vooral klassiek gedraaid, vernieuwend klassiek. Mijn vader is wel een progressief persoon natuurlijk. Dat veel componisten zijn teksten op muziek zetten, zegt genoeg. Maar mijn ouders hielden ook van The Beatles, Stevie Wonder, Simon & Garfunkel, Charlie Parker.”
Lionel Richie
“Als wij thuiskwamen met onze eigen platen, vonden ze dat ook helemaal te gek. Via ons leerden ze nieuwe muziek kennen. Ik was denk ik tien toen ik Can’t Slow Down van Lionel Richie kocht, zijn eerste soloplaat. Waanzinnig. Een oom van me attendeerde me op een nieuw soort ‘sound’ op die plaat. Die plaat was bijzonder gemixt, zei hij, hij had het over ‘hoge tikjes’ ofzo. De opnames waren in elk geval heel bijzonder, het klonk heel goed. Het was een openbaring. Een heel hippe popplaat voor die tijd en de perfecte combinatie van goede popsongs en een sterke productie. Het is een ‘all time favourite’ geworden. Ook de liedjes die nooit single zijn geworden, zijn erg sterk.”
Nostalgie
“Terwijl ik thuis kwam met Lionel Richie, kwam Trijntje thuis met Whitney Houston. We voedden elkaar met mooie dingen. Ook die plaat werd helemaal grijs gedraaid. En Diamond Life van Sade, de plaat met Smooth Operator. Het zijn nostalgische albums nu, maar nog steeds erg goed. We houden allebei van popmuziek die op een soulvolle manier gebracht wordt en hebben allebei ook een voorliefde voor zwarte muziek. Maar goede blanke pop of country kan ik ook te gek vinden.”
Feestje
“Ik zou best elke dag een uurtje de tijd willen nemen om muziek te luisteren, maar helaas lukt dat niet, ben te veel met mijn eigen dingen bezig. Onder mijn werk kan ik echt niet andere muziek luisteren. Dan kan ik me niet concentreren. Zelfs door mijn eigen muziek kan ik niet heen werken. Het komt wel eens voor dat ik op zondag even lekker de tijd heb of onder het eten een nieuwe cd beluister. Of in de auto. Maar om echt naar muziek te kunnen luisteren moet ik een feestje geven. Dat doe ik regelmatig. Nodig ik wat oude vrienden uit en gaan me hier in de kelder plaatjes draaien. We hebben daar nog een platenspeler staan. Iedereen neemt wat elpees, cd’s of iPods mee met zijn favoriete muziek. Vooral classics.”
Eigen muziek
“Naar mijn eigen muziek luister ik zelden. Als het af is, is het af en begin ik snel aan iets anders. In het begin ging ik nog wel eens stil staan als ik ergens een nummer hoorde dat ik geschreven heb. Ik weet nog dat ik Touch Me There van Total Touch voor het eerst op de radio hoorde. Ik schrok aanvankelijk van de radiocompressie. Het nummer klonk heel anders als dat ik het had opgenomen. De verschillen tussen hard en zacht zijn op de radio veel kleiner. Maar dat maakt het geluid voor de radio uiteindelijk aangenamer. Als ik nu een eigen nummer hoor, doet het me niet meer zo veel: ik ken het al. Okay, ik laat de radio natuurlijk wel aanstaan, maar ik ben niet meer zo trots als vroeger.”
Megashows
“Ik ging op vroege leeftijd al naar concerten. Mijn eerste concert kan ik me niet meer herinneren, maar Whitney Houston in Ahoy’ is me wel bijgebleven. Ik was veertien denk ik. Ik heb alle megashows wel gezien, van Madonna, van Prince, van Michael en Janet Jackson. Chaka Khan samen met Mother’s Finest en Maze in de Escape kan ik me ook nog goed herinneren. Voor concerten heb ik nu niet veel tijd meer. De laatste concerten die ik bezocht waren die van Robbie Williams, Boccelli en Borsato.”
Echte artiesten
“Erg veel nieuwe platen koop ik niet. Maar dat is denk ik het bekende verhaal: componisten kopen zelf weinig muziek. Toch probeer ik nieuwe dingen wel bij te houden. Een favoriet van nu is Kelly Clarkson, die heeft ook een soort soul. Maar ik vind veel dingen te gek. Ik heb ook de nieuwe Christina Aquilera, John Mayor en John Legend aangeschaft. Ik ben wel ietsje minder geïnteresseerd geraakt in de eendags-r&b-vliegen. Het moeten wel artiesten zijn die een album verkopen en waar een zaal voor is, de échte artiesten ”
Geluid
“Ik hou van goed geluid, maar een echte geluidsfreak ben ik niet. Jean-Marc Kessely, mijn engineer die bij mij in de masteringstudio werkt, is dat wel. Mijn hifi-installatie stelt niet veel voor. Een oude Sony-set. Ik heb ook nog een oude Marantz-versterker, maar die is net kapot gegaan. Ik ben hier in Amsterdam bij Raf geweest voor nieuwe onderdelen, maar die hadden ze niet. Waarschijnlijk komt het er niet meer van om die te repareren. Ik vind boxen wel belangrijk. Ik heb dan ook behoorlijk vette B&W’s, best dure. In mijn vorige auto had ik een waanzinnige set. Maar tegenwoordig rij ik nauwelijks nog auto, ik heb die installatie niet meer nodig. Ik vind het wel meegenomen als een plaat goed klinkt. Steely Dan en Donald Fagen, die stonden bekend om de goede kwaliteit van hun platen, en dat zelfs in het predigitale tijdperk. Ook de platen van Michael Jackson zijn altijd wel goed opgenomen.”
Perfectionistisch
“Als producer ben ik wel perfectionistisch. Dat moet je ook zijn. Maar dat wil niet zeggen dat het geluid perfect moet zijn. Hangt ervan af wat je doet. Wil je een ‘losse’ relaxte plaat opnemen, moet het geluid juist niet te perfect zijn, anders werkt dat averechts. Ik ben geen echte techneut. Ik heb een studio vol met de beste techniek, maar het grootste deel van de apparatuur wordt bediend door mijn medewerkers. Ik weet hoe mijn spullen om op te nemen en te produceren en schrijven werken, dat is mijn ding.”
Perfecte liedje
“Als ik een nieuw liedje geschreven hebt, kan ik daar heel gelukkig van worden, heel blij. Maar als ik een tijdje niets fatsoenlijks geschreven hebt, kan ik daar ook somber van worden. Zit ik echt niet lekker in mijn vel. Het is een cliché, maar mijn allerbeste liedje moet ik altijd nog schrijven. Er zijn wel liedjes die in de buurt van het perfecte liedje komen. Perfect betekent dan: de juiste compositie, de juiste tekst en perfect aansluitend bij de artiest. Unfaithful van Rihanna is zo’n liedje of Break Away van Kelly Clarkson. Mijn beste liedje? Vlieg Met Me Mee voor Trijntje en Somebody Else’s Lover van Total Touch zijn denk ik toch wel helemaal gelukt. Maar eigenlijk moet je die vraag natuurlijk aan iemand anders stellen.”
Hobby
“Dit is mijn hobby, het is een beetje uit de hand gelopen. Af en toe optreden is ook wel leuk, maar behoorlijk stressvol. Het vergt andere disciplines. Laat mij maar platen maken voor anderen. Ik heb nooit de behoefte gehad op de voorgrond te treden. Dan was ik wel gaan zingen. (lachend) Maar dat wil jij niet. Het leukste is om een liedje te schrijven dat perfect bij een artiest past, je neemt het vervolgens op en het blijkt te werken. Je moet je inleven in een ander. Het gaat niet om mij. Ik ben nu bijvoorbeeld bezig met een liedje voor Herman van Veen. Vroeger draaiden we elk jaar met kerst een kerstplaat van Herman van Veen. Een belangrijke plaat. Ik hoop echt dat mijn liedje zijn plaat haalt. Dat hij mij heeft gevraagd, dat is wel een gek idee. Zou echt te gek zijn als er iets uit komt.”
De favorieten van…. Tjeerd Oosterhuis
1-mijn set: Sony-setje (heeft mijn moeder ooit op afbetaling gekocht), B&W-boxen, Marantz-versterker (moet gerepareerd worden).
2-favoriet genre: Popmuziek (met hoofdletter P)
3-all time favourites: Songs in the key of life - Stevie Wonder (album). Blame it on the sun - Stevie Wonder (single)
4-gruwel echt van… Alle hele extreme stijlen in een stijl.
5-maar luister stiekem wel naar… Guillermo & Tropical Danny
6-omvang muziekcollectie: 1000 cd’s, paar elpees (van vroeger nog)
7-verzamelaar van... Anita Baker, Stevie Wonder, Luther Vandross, dat soort stemmen.
8-vinyl of cd? Cd. Toch wel stuk makkelijker.
9-meest memorabele muziekervaring: Janet Jackson in Ahoy’. Ik zat op de middelbare school. Haar band speelde daadwerkelijk alle samples van de cd. Waanzinnig knap gedaan.
10-mijn hifi-tip: Koop boxen van B&W! En zorg dat je speakers los staan van de vloer en de muur. Klinkt stukken beter.