De Amsterdams/ Brabantse auteur Kluun werkt aan het vervolg op zijn spraakmakende autobiografische 'kankerroman' Komt een vrouw bij de dokter, die nog steeds loopt als een trein. Als tussendoortje presenteert de oud-reclameman een satirisch hulpboek voor 'zwangere mannen.'
door Dieter van den Bergh
9 maart 2006 -De Johannes Verhulststraat, Oud-Zuid. Hart van het Amsterdamse luxereservaat. Een rustiek, lichtelijk kakkineus straatje met Pajero's voor de deur, een afhaalsushi en een snackbar die Le Sud heet. Drie jaar geleden kocht Raymond van de Klundert er een pandje met in de reclamewereld vergaard kapitaal. Tegenwoordig is hij fulltime schrijver onder het pseudoniem Kluun. Ook zijn buren verdienen de kost in de schrijverij, zo verraadt het bescheiden naambordje: 'AFTh van der Heijden & Mirjam Rotenstreich'.
Wie het huis van Kluun betreedt, belandt midden in het decor van zijn grotendeels autobiografische 'reality drama' Komt een vrouw bij de dokter, waarin hij beschrijft hoe hij drie jaar geleden zijn 36-jarige vrouw verloor aan borstkanker. Kluun, hippe sneakers en t-shirt, gidst de bezoeker door het vier verdiepingen tellende huis. Hij verontschuldigt zich; het is nog niet af. Sinds hij broodschrijver is, zijn alle investeringen stopgezet. Op de muur van de tweede woonkamer staat in enorme letters CARPE DIEM. Hier lag zijn vrouw opgebaard. Op twee gezinsfoto's staat ze lachend, voor en na de eerste chemokuur. Op de naaktfoto ernaast is nog niets aan de hand. Beneden speelt vriendin Nathalie (minnares 'Roos') met Eva ('Luna', 6 jaar).
In Komt een vrouw vertelt Kluun het heftige verhaal van het jonge echtpaar Stijn en Carmen. Ze waren 'hip, healthy & wealthy', met beide een eigen, goedlopend reclamebedrijf. Maar hun leven verandert op slag als bij Carmen borstkanker wordt vastgesteld. Stijn gaat trouw mee naar Carmens chemokuren en bestralingen, maar stort zich 's avonds in het nachtleven en op de vrouwen. Hij krijgt een stormachtige verhouding met Roos. Stijn kampt namelijk met zware 'monofobie', een ziekelijke angst voor monogamie met een dwangmatige behoefte tot vreemdgaan als gevolg.
Kluun is een hit, zijn boek het bestverkochte debuut van het jaar. De roman is nog steeds actueel, de verkoop loopt zelfs steeds harder. Deze week werd het voor de negende keer herdrukt. Al eerder werden de filmrechten voor een zeldzaam hoog bedrag verkocht en binnenkort verschijnt de Duitse vertaling.
Het boek, een onbeschaamd eerlijk en exhibitionistisch egodocument, maakte veel discussie los. Er is verontwaardiging - hoe kun je feesten terwijl je vrouw terminaal is? - en bewondering voor hoe Kluun het ziekteproces van zijn vrouw beschrijft en wat het met hen doet. "Ik had niet verwacht dat het emotioneel zo heftig aan zou slaan", zegt Kluun terwijl hij een blikje cola-light leeg giet in een longdrinkglas. Nog steeds krijgt hij bijna dagelijks reacties. "Van de tien is er één negatief. Mensen die het een walgelijk rotboek vinden en Stijn een egoïstische hufter."
Stijn is Kluun, al werden zijn cynische, patserige en 'monofobische' karaktertrekken flink uitvergroot in de roman. In het echt blijkt Kluun bescheiden, op het verlegen af. Zijn oorspronkelijke tongval is verdrongen door het Amsterdams, maar verraadt nog onherroepelijk zijn afkomst: Tilburg. Kluun wordt er in 1964 geboren en groeit op in de wijk De Hasselt. Rijtjeshuis, keurig middenklassegezin. Zijn ouders wonen er nog. Na het Theresialyceum studeert hij commerciële economie aan de Heao in Breda en rolt de marketingwereld in. Via Neckermann - waar hij slagzinnen verzint als 'De sleutels van de BMW liggen al klaar!!' (maar niet voor u...) - komt hij bij het Amsterdamse DDB terecht, 'het AC Milan van de reclame', bekend van 'Even Apeldoorn bellen'. Hierna begint hij zijn eigen bureau, het al even succesvolle Project-X. In die tijd wordt zijn vrouw ziek. "Het is het schrikbeeld van iedereen, maar dat het jouw gezin dan moet overkomen. We waren 34!, net getrouwd, hadden net een kindje." Kluun vlucht in de 'kankervrije enclave' van zijn werk, in het nachtleven en in een verhouding. "Ik wilde me afzetten, ik háátte de kanker en wat die met ons leven deed." Maar Kluun begint ook te schrijven, therapeutisch, in kleine dagboekjes.
Na de dood van 'de liefde van zijn leven', die uiteindelijk m.b.v. euthanasie overlijdt, stort hij zich in Amsterdam, Ibiza en Breda volledig op de drank, drugs, sex & house. Hij zegt vervolgens zijn werk op, verkoopt zijn aandelen en trekt met de driejarige Luna vier maanden door Australië. Hier begint de verwerking en het echte schrijverschap.
Natuurlijk was het moreel verwerpelijk, een verhouding, geeft Kluun volmondig toe, maar in een roman kon Kluun misschien uitleggen 'hoe en waarom' zoiets gebeurt. "Je houdt van iemand, maar je kunt jezelf niet twee jaar lang wegcijferen. Dat hou je niet vol, de heftigheid van zo'n proces wordt onderschat. Vooral mensen die zelf met de ziekte te maken hebben snappen dat. Je moet ook aan jezelf denken anders ga je kapot. Iedereen vlucht in iets in zo'n situatie, je zwakke kant komt boven. Ik vluchtte in mijn hedonisme, Judith in het materiële."
Met flitsende, geestige pen legt Kluun de oppervlakkigheid van hun yuppenbestaan bloot en benadrukt het belang van de liefde. Niet zelden plat en populistisch, maar oprecht. Toch wordt er in het literaire wereldje vaak met dédain gesproken over de auteur. Kluun, die desalniettemin op het Boekenbal mag komen, begrijpt het wel. "De edele kunst van het schrijven? Alsjeblieft zeg. Ik hou van schrijvers als Willem Elschot, Michel Faber, Kundera, Grunberg, Nick Hornby, Tony Parsons, Dave Eggers, Giphart en toch ook wel Heleen Van Royen. Het hoeft niet altijd, op iedere bladzijde zo diepzinnig. Je leest ook voor je plezier. Maar het moet wel raken, iets doen met mensen. Dat wil ik. Mensen entertainen en ze raken. Dat mijn techniek matig is, mogen ze zeggen. Dat ís ook zo. Ik ben geen woordkunstenaar. Ik ken maar vier akkoorden, maar kan daarmee wel mensen in hun hart raken. Mijn buurman AFTh is een echte schrijvert, de Mozart van de literatuur. Ik niet, ik ben de Stones. Ja, ik heb het boek ook aan AFTh gegeven. Of hij het gelezen heeft weet ik niet. Vrees van niet. Mozart zou de Stones denk ik ook niet leuk vinden. Voor ik begon te schrijven, heb ik wel eens gedacht, moet ik mijn buurman niet vragen om tips om mijn schrijf- en verteltechniek te verbeteren? We zien elkaar af en toe in het café en hij is ook wel eens bij me thuis geweest, maar ik besloot toch al snel om hem niks te vragen. Dan zou je techniek van een 6½ misschien een 7 worden, maar dan verlies ik datgene waar ik goed in ben: mijn rauwheid."
Ook al hoort hij er misschien niet helemaal bij en verdient hij stukken minder dan voorheen, het schrijven bevalt Raymond van de Klundert goed. "Het is een fantastisch ambacht. Ik breng mijn dochtertje naar school, kruip om negen uur achter de computer en kom er om zes uur weer achter vandaan. Het saaiste maar leukste beroep ter wereld."
Nog iets waar de schrijver Kluun op afgerekend wordt: de manier waarop hij het 'merk' en 'produkt' Kluun zelf in de markt zette met een groteske lanceringparty en een uitgekiende reclamecampagne inclusief website (met interactief kankerspel). "Ik weet dat velen het ordinair vinden, maar ik zit er niet mee. Het is niet meer dan reclame. En die reclame is bedoeld om zieltjes te winnen voor mijn werk. (lachend) Eens een reclameman, altijd een reclameman."
Nu is er het tussendoortje Help, ik heb mijn vrouw zwanger gemaakt! , een licht provocerend hulpboek voor 'zwangere mannen', met 'alles wat u nooit over zwangerschap en baby's wilde weten.' Het gaat gepaard met een protestactie Tegen Zinloos Geweld Bij Bevallingen. Het boekje, herdrukt binnen een paar weken, ligt in de boekhandel tussen Daphne Deckers en Oei, ik groei. Kluun schaamt zich er niet voor. 'Het is een leuk boekje, dat ik heb geschreven omdat ik er veel plezier aan had." Ook de schoorsteen in Huize Van de Klundert moet immers blijven roken. "Als je het goed aanpakt met film- en vertaalrechten, columns en voorleesbeurten kom je een heel eind. Ik wil wel een leuk leven blijven hebben. Ben geen type dat drie-hoog-achter gaat zitten schrijven."
Ondertussen werkt Kluun aan een nieuwe roman, eigenlijk deel twee van Komt een vrouw, dat najaar 2005 uitkomt. Het vervolgt met de begrafenis van Carmen en de Australië-trip. Een soort mannelijke I.M. van Connie Palmen volgens Kluun, met veel rouwverwerking. "De druk is groot, iedereen verwacht er veel van, merk ik aan de mailtjes die ik krijg. Het zaleen heel ander boek worden. Wel dezelfde vertelstijl van de ik-persoon, Stijn, maar er zit natuurlijk veel minder drama in. Er wordt niemand ziek, er gaat niemand dood. Het is een persoonlijke zoektocht naar de diepere betekenis van het bestaan. Tachtig procent van de aantekeningen die ik maakte in Australië, gaan over de periode na de dood van mijn vrouw, m.a.w. als Komt Een Vrouw Bij De Dokter is geeindigd. Volgens de boeddhisten is het meemaken van een stervensproces een van de snelste manieren om als mens te groeien. Ik ben spiritueler geworden, heb meer interesse gekregen in filosofie en religie. Er móet meer zijn tussen hemel en aarde. Ik geloof ook dat Judith er nog is, ergens."
Brabant
Er is meer veranderd in zijn leven. Kluun is niet meer bang voor de dood - 'ik heb gezien dat je heel gelukkig kunt sterven' - en hij is redelijk monogaam, zegt hij, sinds hij met zijn vriendin de Tien Regels van het Vreemdgaan opstelde. De strekking: alles mag, mits je het eerlijk vertelt. Sindsdien is Kluun hondstrouw, want vreemdgaan mag nu. "Het is geen lifestyle, geen obsessie meer."
Hedonist bleef hij. Hij frequenteert nog steeds Amsterdamse tenten als De Pilsvogel, Jimmy Woo en Panama. Ook komt hij met zijn Heao-vrienden nog regelmatig in zijn Bredase stamcafé De Bommel. "Het is heerlijk vluchten naar Brabant. In de Bommel gaat het nooit over werk en de mensen vallen niet van hippigheid over elkaar heen. In hetto-hip-to-be-true Amsterdamse uitgaansleven gaat het toch soms wel heel erg over geld hebben, beroemd zijn of mooi zijn." In zijn debuut schrijft Kluun dat het publiek in De Bommel met carnaval 'mooier en geiler is dan in welke tent in Amsterdam ook en het is Brabant: de mensen zijn er echt'.
Carnaval is drie dagen vakantie. Feesten, drinken, shoarma, katers, haring." En vrouwen natuurlijk. Tijdens het Bredase carnaval begon Kluun de affaire met zijn huidige vriendin Nathalie, oorspronkelijk een Teteringse. "Ik ben een levensgenieter, wat is daar mee mis? Ik denk vaak aan Judiths woorden in haar afscheidsbrief aan Eva: "Er zijn vaak honderd redenen om iets niet te doen, maar juist die ene reden om het wél te doen zou al genoeg moeten zijn." Carpe diem, voor je het weet is het te laat."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten