woensdag 7 november 2007

De waanzin van de wielrennerij

Drieons, het huisgezelschap van het Tilburgse theater De Nwe Vorst, gooit hoge ogen met Fiets, een enerverende multimediashow over de wereld van het wielrennen, geschreven door ex-coureur Peter Winnen. Met de acteurs van Drieons en de muzikanten van Palinckx beklom hij onlangs in het kader van ‘inleving’ en ‘teambuilding’ de gemeenste bergen van Zuid-Limburg. Op de toppen kon hij wachtend op de rest rustig een sigaretje roken, want fietsen kan oud-coureur Peter Winnen nog als de beste. De kunstenaar en intellectueel van het wielerpeloton van de jaren tachtig is tegenwoordig gewaardeerd schrijver en columnist (o.a. NRC Handelsblad). Op verzoek van Stichting Palinckx en Drieons, het huisgezelschap van De Nwe Vorst schreef de Noord-Limburger zijn eerste theaterstuk Fiets. Het werd vooral een aanklacht tegen het oprukkende grote geld waardoor de renner vaker zijn grenzen moet verleggen en een pact met de duivel (=doping) sluit. Met alle gevolgen van dien.

In Fiets beleven we de heroïsche opkomst van een groot talent (gespeeld door Mike Weerts) én de dramatische ondergang van een veelvoudig, verdacht veel op Lance Armstrong lijkende Tourwinnaar, gespeeld door de Tsjechische danser Miroslav Koch. Terwijl de eerste al lang binnen is, beklimt de laatste moeizaam de roemruchte col Alpe d’Huez. Terwijl hij de 21 haarspeldbochten van deze ‘Hollandse berg’ - klimgeit Peter Winnen zegevierde er in 1981 en 1983 - probeert te bedwingen, passeren verschillende facetten van het wielercircus. Hét wielervoedsel spaghetti, de soigneur en mecanicien, de hysterische commentator (‘de adrenaline danst op mijn stembanden!’, een rol van Rob van Gestel), de duivel langs de kant van de weg, de rondemissen, de media en commercie en last but not least de dope. De kijkersvraag luidt dan ook: ‘wat gebruikt het geel? SMS nu uw antwoord!’ Fiets zit vol interessante en oninteressante wieleranekdotes, een feest van herkenning voor wielrenner en wielergek. Maar toegankelijker is het visuele aspect. Je komt soms ogen tekort. Met twee camera’s en simpele attributen als kartonnen dozen, papier-maché, snippers en een miniatuurhuiskamer, wordt de wereld van het wielrennen met knutselkunst en tal van specials effects op ingenieuze wijze nagebootst. Close-ups van een zwoegende coureur, helikoptershots, de beklimming, de aankomst, de huldiging. We zien het ‘levensecht’ op een groot videoscherm. Tegelijkertijd is er ook ‘buiten beeld’ van alles aan de hand, zoals twee concurrerende missen die elkaar in de haren vliegen. Een spannende live soundtrack, door het klassieke kwartet van contrabassist Bert Palinckx, maakt de totaalervaring compleet.

De wielrenner annex danser die met realistische motoriek steeds erger worstelt met zijn fiets - hij belandt zelfs achterstevoren op het zadel - vecht voor zijn eergevoel én zijn leven. Bibberend en doodziek kruipt hij naar de top, zijn benen hebben hem allang in de steek gelaten. Is het de dope of juist het gebrek daaraan? Een hels visioen, muzikaal versterkt met een gigantische alpenhoorn, vormt een intrigerende climax. Redt hij het of gaat hij ‘kapot’ net als de tragische wielerhelden Marco Pantani of Tommy Simpson, die zich in 1967 dood fietste op de flanken van de Mont Ventoux? De verslaggever smult van het tafereel. ‘Een tweede Tommy Simpson!’, juicht hij, ‘zou dat niet prachtig zijn?' [dieter van den bergh]

Geen opmerkingen: