Hoe irritant moet het soms zijn voor Ziggy Marley, Adam Cohen, Arlo Guthrie dat ze nooit los komen van hun beroemde vaders? Bij de Nigeriaan Femi Kuti is het niet anders. Maar waar sommige zonen zich juist afzetten tegen hun vaders is Femi wat betreft voorkomen, charisma, politieke bevlogenheid en muzikale voorkeur bijna een kopie van zijn vader Fela Kuti. De flamboyante Fela was eind jaren zestig met drummer Tony Allen (onlangs nog in Mezz) de uitvinder van de afrobeat, een stomende mix van souljazz, (James Brown)-funk en Ghanese highlife. Maar zoon zijn van Fela, die tientallen kinderen had bij evenzoveel vrouwen, is niet alleen een vloek, in Femi’s geval ook een zegen. De Nigeriaan, in 1962 in Londen geboren en opgegroeid in Lagos, debuteerde in het orkest van pa en mocht als oudste zoon zelfs de honneurs als bandleider waarnemen als Fela door de militaire machthebbers weer eens achter de tralies was gezet. Na de dood van zijn vader in 1997, hij stierf aan aids, brak Femi internationaal door en nam de afrobeat-fakkel over. Maar het blijft vrij ondoenlijk om tegen diens goddelijke status op te boksen. Hoewel, het lukt ook Femi heel aardig om zich onsterfelijk te maken, zo bleek gisteren in de Bredase Mezz, waar de Nigeriaan met zijn veertienkoppige Positive Force optrad, voor een exclusief Nederlands concert. Zijn dampende afrobeat is positief tot op het bot, en met strakke beats, bassen en blazers energieker en dansbaarder dan de vaak door ganja doordrenkende muziek van zijn vader. Femi, bijgestaan door drummers, gitaristen, een blazerssectie en drie danseressen, waaronder zijn vrouw Funke, is niet alleen een veelzijdig zanger en multi-instrumentalist (saxen, trompet, orgel), maar net als vader een showman pur sang. Na enkele nummers stond hij al in blote bast, wild gesticulerend en schokkend als een Joe Cocker op speed. Waar vader tekende voor klassiekers van een halve plaatlengte lang, presenteert Femi in hetzelfde sappige Afro-Engels songs van vijf, hooguit acht minuten. Maar ook zijn liedjes, die bol staan van zwart-Afrikaanse trots, hebben het in zich uit te groeien tot klassiekers, zoals een wereldnummer als Sorry sorry (‘I sorry for Africa, I sorry for Nigeria’) of dansvloerkillers als Truth don die (over leugenachtige leiders) en Beng Beng Beng, een spetterend nummer over hete seks. De opwinding was voelbaar in de Mezz, zowel op het podium als in de zaal. Het weergaloze optreden van de Nigerianen is goed voor de categorie ‘ik was erbij’ en mag nu reeds memorabel genoemd worden. Dat de zich in het zweet werkende band voor een lang niet volle zaal stond, is tamelijk gênant, maar het mocht de pret niet drukken. Dat deze wereldband hier überhaupt stond, is al een grote verdienste. Volgend jaar op herhaling op het jazzfestival? Misschien loopt ‘cultureel’ Breda dan wel warm.
(dieter van den bergh)
Gezien: Femi Kuti & The Positive Force, 29 mei,2006 Mezz Breda
Geen opmerkingen:
Een reactie posten